Golden Retriever

Retrievers zijn speciaal gefokt om te apporteren, dat doen ze zowel op het land als in het water. Golden Retrievers horen, net als alle andere retrieverrassen, stabiele honden te zijn die de jager op post niet tot last is. De hond mag op jacht niet piepen of zich nerveus gedragen en pas aan het werk gaan als hij van de (voor)jager opdracht krijgt.

Wanneer tijdens de jacht een perceel wordt uitgedreven, moet de hond op post alert zijn, zodat hij kan markeren waar het wild valt: hij moet de valplaats goed kunnen inschatten en zelfs langere tijd kunnen onthouden. Een hond die erg onrustig is, kan niet goed markeren. Een onrustige hond zal ook eerder geneigd zijn om in te springen, oftewel te vertrekken voordat hij daartoe opdracht heeft gekregen. Het kost de hond dan veel meer moeite om een eventueel tweede geschoten stuk te vinden, en hij verstoort het wild in het veld. Daar komt bij dat eventuele andere jagers in het perceel niet kunnen schieten zolang de hond in het veld loopt. Bij het voor de voet jagen, lopend door het veld, moet de jachthond de (voor)jager goed volgen, zijn passie onder controle hebben en zeker niet achter hazen aanrennen.

Bij het apport aangekomen moet de hond dit snel oppakken en direct terugkeren. Het wild moet met dusdanige zachte vang opgepakt worden dat het niet beschadigt. Belangrijk is dat de hond zich goed laat dirigeren, iets dat dit ras dankzij zijn intelligentie snel leert, en zelfstandig een stuk land of bos nazoekt waar wild gevallen is dat hij niet heeft gezien. Golden Retrievers hebben een voorliefde voor water, kunnen goed zwemmen en willen graag apporteren. Hun vacht droogt snel op en zorgt ervoor dat de hond bestand is tegen koud water: zwemmen in de winter is dus geen probleem.

Afmetingen

De schofthoogte bij reuen ligt tussen de 56 en 61 cm en bij teven tussen de 51 en 56 cm.

Beharing

De vacht is vlak of golvend met goede bevedering en een dichte, waterbestendige ondervacht. Deze honden moeten regelmatig gekamd en geborsteld worden. Zorg er ook voor dat teveel haar rondom de oorflap en de voetzolen bijgeknipt wordt. Dat is vooral van belang in de winter, dan kan bevroren sneeuw tussen de kussentjes gaan zitten. Laat deze honden bij voorkeur een keer per jaar trimmen: een te lange vacht kan tijdens de jacht hinderlijk zijn.

Kleur

Elke tint van goud tot roomkleur, zonder rood en mahonie, met eventueel enkele witte haren op de borst.

Algemene karaktereigenschappen

Golden Retrievers zijn zeer sociale, vriendelijke en zelfverzekerde honden die niet snel van iets onder de indruk zijn. Ze hebben een goedmoedig en meegaand karakter en agressie is ze volkomen vreemd. Ze zijn gehoorzaam, intelligent en bezitten een natuurlijke werkaanleg.

Rasspecifieke problemen

Bij de Golden Retrievers moeten allebei de ouders onderzocht zijn op heupdysplasie en oogafwijkingen. Fokkers van dit ras zijn verplicht om hun ouderdieren elk jaar te laten controleren op oogafwijkingen waaronder PRA (Progressieve Retina Atrofie). De rasvereniging adviseert om ook de ellebogen te laten onderzoeken op elleboogdysplasie.

Geschikt als huishond

Golden Retrievers blaffen weinig en hebben een groot aanpassingsvermogen.

Sociale omgang (andere huisdieren/ kinderen)

Honden van dit ras gaan erg goed om met soortgenoten. Mits ze goed gesocialiseerd zijn, is ook de omgang met andere huisdieren goed. Goldens zijn zachtaardig voor kinderen, u moet er daarom wel op letten dat de kinderen de hond niet plagen. In het veld zullen ze wild, dat door een andere hond wordt geapporteerd, respecteren. Ze kunnen gemakkelijk met meerdere honden tegelijk een nazoek doen. Ook onbekenden in het veld worden vriendelijk bejegend.

Hanteerbaarheid / trainen & opvoeden

Golden Retrievers zijn erg intelligent en werken graag voor hun baas. Ze leren snel en onthouden het geleerde hun hele leven, dat geldt overigens ook voor verkeerd aangeleerde zaken. De training hoort afwisselend te zijn, anders stompen ze af. Ze zijn gevoelig voor harde woorden en stemmingen in huis.

Beweging / woonomgeving

De meeste exemplaren van dit ras zijn dol op water. Ze hebben een groot uithoudingsvermogen en zijn ook graag buiten. Als de hond is volgroeid, kunt u hem geregeld naast de fiets laten lopen.U moet er rekening mee houden dat Golden Retrievers veel beweging nodig hebben. Dat kost u minimaal 1 à 2 uur per dag.

Waakzaamheid / houding naar onbekenden

Als u een waakhond wilt, moet u geen Golden Retriever aanschaffen. Als deze honden vriendelijk benaderd worden, zullen zij ook vriendelijk reageren.

Generalist of specialist

De Golden Retriever is een specialist: hij is uitermate geschikt voor het apporteerwerk, dus na het schot. Het ras is uitstekend in te zetten voor de jacht op waterwild: dankzij zijn vacht heeft het geen problemen met zwemmen in ijskoud water. Ook het apporteren van andere wildsoorten gaat ze uitstekend af. Goldens zijn niet geschikt voor de nazoek op grofwild.

‘Will to please’ / graag willen werken

Dit ras wil graag werken voor zijn baas en ziet het als een beloning het apport te mogen halen en brengen.

Karakter baas voor dit ras

Golden Retrievers hebben een stabiele baas nodig en verdragen geen aanpak met harde hand, dan doet u hun gevoelige aard geweld aan. U krijgt dan een angstige en nerveuze hond.

Bloedlijnen / jachtpassie

In het fokreglement van de Golden Retriever (GRCN) is niet opgenomen dat alle ouderdieren aan bepaalde werkkwalificaties moeten voldoen. Als gevolg daarvan is de werkhondengroep ontstaan, waarbinnen gefokt wordt op specifieke werkkwaliteiten voor jacht en wedstrijden, en de showhondengroep, die meer fokt op specifieke uiterlijke kwaliteiten. Door de zwaardere bouw en vaak geringe werkaanleg is deze laatste groep minder geschikt voor de jacht, uitzonderingen daargelaten.

Golden Retriever Club Nederland (GRCN). De Jachtproevencommissie is een door het bestuur van de Golden Retriever Club Nederland ingestelde commissie met als taak het in stand houden van de Golden Retriever als jachthond. Zij organiseert de Clubdiplomadagen,Workingtesten, een teamwedstrijd, de jachthondenproef, de Meervoudige Apporteer Proef, de ORWEJAWorkingtest, een Koudwildtest (om retrievers en hun voorjagers voor te bereiden op het veldwerk), Kampioenschapsveldwedstrijden (waar goed getrainde, meer ervaren honden worden beoordeeld in de jachtpraktijk) en een afsluitende wedstrijd voor de best presterende honden van dat jaar: de Gold-cup.

Deze informatie verscheen eerder in vakmagazine De Jager, in de serie ‘De jachthond in de Nederlandse jachtpraktijk’. Samenstelling: Judith Habets.