Oproep Tweede Kamer: Maak ruimte voor vrijwilligers in het natuurbeheer
Deze week debatteert de Tweede Kamer over de begroting voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV). De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging roept de Tweede Kamer op om meer ruimte te creëren voor natuurbeheerders in Nederland. Daarmee kunnen jagers, boeren en landeigenaren een positieve rol spelen in natuurbehoud en het beteugelen van maatschappelijke kosten. Op dinsdag 24 november is de inbreng van de verschillende Kamerleden en op 25 november reageert Minister Schouten.
Het huidige systeem van het voorkomen en vergoeden van faunaschade behoeft dringend verbetering, want schadebedragen nemen jaarlijks toe, de bereidheid van de overheid om tegemoetkomingen te blijven betalen neemt af en de juridische procedures stapelen zich op. Daarnaast neemt de acceptatie van de jacht steeds verder toe in Nederland.
Stijgende schadepost
Overmatige aantallen in het wild levende dieren veroorzaken natuurschade, bedreigen het weg- en vliegverkeer en brengen schade toe aan landbouwgewassen. De aan boeren uitbetaalde schadevergoedingen zijn sinds de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet (2002) enorm toegenomen: van 6 miljoen euro in 2006 naar bijna 26 miljoen euro in 2019. CLM-onderzoek uit 2013 toont bovendien aan dat de daadwerkelijke schade op het boerenland een factor vijf hoger is en voor 90% door ganzen wordt veroorzaakt. Daarmee zou de daadwerkelijke schade aan de landbouw op €110 miljoen uitkomen in 2019.
Naast schade voor de landbouw vormen wilde dieren ook een risico voor verkeer (ongeveer €26 miljoen per jaar). En door ongeveer 250 botsingen met vogels ook voor de vliegveiligheid. Om deze maatschappelijke kosten te voorkomen en alle belangen in balans te houden, is beheer noodzakelijk. Het gaat daarbij met name om ganzen, wilde zwijnen en reeën. Aan de andere levert consumptie van wild ook een bijdrage aan een duurzamere samenleving.
De overheid vraagt steeds meer inspanningen op het gebied van schadepreventie en maakt tegelijkertijd de regels voor het beheer van schadeveroorzakende diersoorten steeds complexer en moeilijker uitvoerbaar. Sira Consulting publiceerde in 2019 een rapport waaruit blijkt dat jagers en WBE’s gezamenlijk ruim 730.000 uur (ruim 400 FTE) per jaar besteden om te voldoen aan alle administratieve verplichtingen. Het faunabeheer in Nederland kan eenvoudiger, efficiënt en beter in lijn Europa.
Beter natuurbeheer vraagt om betere regelgeving
Jacht is de basis voor faunabeheer in Nederland. De jacht is een integraal onderdeel van faunabeheer, met het oogmerk de soortenrijkdom te bevorderen en schade door in het wild levende dieren te beperken. Veel schadeveroorzakende diersoorten worden op dit moment beheerd op basis van provinciale vergunningen. Deze wet- en regelgeving voor populatiebeheer en schadebestrijding van in het wild levende diersoorten is op dit moment per provincie verschillend en complex.
Deze provinciaal versnipperde aanpak van landbouwschadepreventie en wildbeheer is kostbaar, bureaucratisch en in toenemende mate gejuridiseerd. De verantwoordelijkheden voor landbouw, natuurbeheer, schadepreventie en schadevergoeding zijn nu uit elkaar getrokken, hetgeen een gebalanceerde, integrale benadering bemoeilijkt. Daardoor lopen de schadecijfers op, neemt de soortenrijkdom af en moeten in toenemende mate drastische preventie- en bestrijdingsmaatregelen genomen worden. Evenwichtig populatiebeheer staat dus onder druk.
Nationale Wildlijst
Er zijn drie voorwaarden waaraan voldaan moet worden om een soort op de Nationale Wildlijst te plaatsen: ten eerste moet het een eetbare of schadeveroorzakende diersoort zijn, ten tweede moet de staat van instandhouding van de soort op landsniveau goed zijn, en ten derde moet de staat van instandhouding van de betreffende wildsoort niet in gevaar komen door bejaging. Op dit moment voldoen in Nederland in ieder geval de grauwe gans, kolgans, smient, ree, edelhert, damhert, wild zwijn, houtduif, wilde eend, fazant, haas en konijn aan deze voorwaarden.
Rode lijst: stel Autoriteit Faunagegevens in
Recentelijk werd de rode lijst zoogdieren gepubliceerd, waarbij het haas en konijn zijn opgenomen in de laagste categorie, ‘gevoelig’. In de toelichting schreef de minister dat deze soorten niet bedreigd worden: ze komen algemeen voor en de staat van instandhouding is zeker niet in het geding. Het sluiten van de jacht op haas en konijn of het schrappen van deze soorten van de wildlijst zou daarom ongefundeerd en onwettig zijn.
De Jagersvereniging is kritisch op het basisrapport dat ten grondslag ligt van de rode lijst. Het belangrijkste probleem is dat de situatie anno nu wordt vergeleken met het referentiejaar 1950. Er zijn voor haas en konijn echter nauwelijks betrouwbare gegevens voor dat jaartal. Bovendien is Nederland zo sterk veranderd dat vergelijkingen met 70 jaar geleden een weinig realistisch beeld voor de toekomst schetsen. Ook is er alleen gebruik gemaakt van gegevens uit het monitoringsprogramma ‘dagactieve zoogdieren’, waarin vogelaars van Sovon zoogdieren meetellen wanneer ze broedvogels tellen. Cruciale gegevens van de jagers zijn dit keer niet meegenomen, zoals de kleinwild- en reewildtellingen. Deze tellingen worden op dit moment wel gebruikt voor het provinciale faunabeleid.
De Jagersvereniging vindt dat er een Nederlandse Autoriteit Faunagegevens moet worden ingesteld om de minister van LNV en de provinciale overheden te voorzien van objectieve en goed onderbouwde tellingen en rapportages, waarbij alle relevante informatie wordt meegenomen en waarbij realistische en internationaal erkende referentieperiodes worden gebruikt.
Verbetering faunabeleid: geef ruimte aan vrijwillige jagers
Op dit moment kent Nederland als enige land in Europa een zeer restrictief faunabeleid, wat leidt tot veel onnodige belemmerende regelgeving voor de vrijwillige uitvoerders. De Jagersvereniging pleit er daarom voor dat – in lijn met de Europese regelgeving en de ons omringende landen – jacht de basis vormt voor het faunabeheer. De diersoorten die in zodanig grote aantallen voorkomen dat ze maatschappelijke, ecologische en economische schade veroorzaken, zouden ook in Nederland onder het jachtregime moeten worden beheerd. De Nationale Wildlijst zou daarom moeten worden uitgebreid met ganzen, reeën, wilde zwijnen, edelherten, damherten en smienten.
Onze ideeën zijn verder uitgewerkt in ons position paper voor de Tweede Kamerverkiezingen: https://www.jagersvereniging.nl/tk2021/.