08:44
16:21
Nachtmodus

Hedikhuizen – Column Oswin Schneeweisz

Hoorde ik daar nu net woordvoerder van het wolvenmeldpunt zeggen dat al die dode schapen in Hedikhuizen misschien wel helemaal niet het gevolg zijn van een bezoekje van de wolf? Het stond in zo’n beetje alle kranten en tijdschriften. Boer Jos Verhulst vond afgelopen vrijdag negen schapen dood in zijn weiland en zaterdag nog eens twintig. Ook zijn buurman moest drie overleden dieren betreuren. DNA-onderzoek moet nu uitwijzen welk roofdier daar in het Brabantse Hedikhuizen een feestje heeft gevierd.

‘Misschien was het wel een hond of een vos’, zei de wolvenman van het meldpunt. Zijn terughoudendheid begrijp ik wel. Het meldpunt zit immers onder een dak met de Zoogdiervereniging en daar is men van mening dat wij in dit kleine landje best conflictarm kunnen samenleven met de wolf. Als ik wolf was zou ik een andere vakbond kiezen, want deze heeft kennelijk weinig vertrouwen in mijn kwaliteiten als toppredator. Die boer, die weet wel beter. Die vertelde aan Omroep Brabant dat het beest al drie keer eerder in de buurt was geweest. Een dag eerder had een naburige paardenboer de wolf zelfs nog zien lopen en alle schapen waren bij de nek doodgebeten. ‘Wat als de wolf straks een kind pakt’, vroeg de boer zich af.

‘Nederland lijdt aan het Roodkapje-syndroom’

Ondertussen verdringen fotografen zich op de Veluwe om een glimp op te vangen van het wolvenpaar dat vorig jaar vijf welpjes kreeg en nu driftig op zoek is naar territorium-uitbreiding. Zoveel is duidelijk: Nederland lijdt aan het Roodkapje-syndroom: we zijn niet bang voor de boze wolf. Sterker nog: we ontvangen het dier met open armen. We beschouwen de komst van de wolf als een bekroning van ons natuurbeleid. Logisch, want het is een geschenk uit de hemel voor de marketeers van groen en oer-Nederland. Die weten een tuintje van een paar vierkante meter nog te verkopen als een oerbos. In werkelijkheid zijn die wolven echter vooral te beschouwen als vluchtelingen die, sinds de val van de Muur en een streng beschermingsbeleid, op de vlucht zijn geslagen vanwege over-populatie elders.

Wat de reactie van de woordvoerder vooral duidelijk maakt is dat het polderen met de wolf, het geschipper tussen alle belangen, nu echt is begonnen. En ik durf er mijn jachthoed op te verwedden dat het zo in de toekomst na elke wolvenaanval zal gaan. De voorstanders van de wolf in Nederland zullen het voorval bagatelliseren. En de boze boer zal ruim worden vergoed voor zijn dode schapen. Het potje met geld staat immers al klaar. Maar wie wordt er straks afgerekend op het incident waarvan je weet dat het komen zal? Niemand, want er is ooit democratisch besloten voor een bepaald beleid. De kranten zullen moord en brand schreeuwen, het zal Kamervragen regenen, maar uiteindelijk zal de verantwoordelijke minister zich beroepen op democratische besluitvorming. En dus zal het eerste kind dat wordt gegrepen niet meer zijn dan collateral damage van overheidsbeleid. Ik hoop dat het mijn kind niet is.

*Deze column verscheen in De Jager van juni 2020

  • Delen:

Meer informatie


Gerelateerd nieuws