Reewildbeheer noodzakelijk in Zuid-Holland
Regionale jagers blijken onmisbare schakel
In een uitspraak van 19 mei 2023 oordeelde de rechtbank Den Haag dat de ontheffing voor het beheren van reeën in de provincie Zuid-Holland terecht is verleend, om de verkeersveiligheid te vergroten en om schade aan landbouwgewassen te voorkomen. Dit gerechtelijk oordeel van 19 mei 2023 werd vorige week gepubliceerd.
De rechtbank vond dat het College van Gedeputeerde Staten mag streven naar een maximale populatieomvang, vanwege een significant positieve relatie tussen het aantal getelde reeën en het aantal geregistreerde aanrijdingen. Aan de hand van enkele getaxeerde schadegevallen in gebieden waarin nog niet werd beheerd, mocht bovendien worden uitgegaan van concrete dreiging van schade aan gewassen.
Preventieve maatregelen
Enkele natuurorganisaties waren van mening dat het aantal aanrijdingen met reeën met andere maatregelen kon worden voorkomen, zodat populatiebeheer niet noodzakelijk zou zijn. De rechtbank ging uitgebreid in op de vele preventieve maatregelen die al zijn genomen, maar concludeerde dat die onvoldoende de verkeersveiligheid in de provincie dienen. Ingrijpen in de populatieomvang van het ree blijft daardoor noodzakelijk.
Goede dataverzameling
Bij de uitvoering van de ontheffing moet zoveel mogelijk worden gehandeld overeenkomstig het Faunabeheerplan en het werkplan van de betreffende WBE. De FBE benadrukte aan de hand van deze positieve uitspraak het belang van een goede dataverzameling en onderbouwing.
Complimenten
Daarnaast complimenteerde FBE Zuid-Holland, nu de uitspraak onherroepelijk is geworden, de Zuid-Hollandse WBE’s. De FBE sprak haar waardering uit voor de onmisbare bijdragen die WBE’s en hun leden (jagers) leveren aan de instandhouding van het faunabeheerplan en de bijbehorende ontheffing.
Meer lezen?
De uitspraak van de rechtbank tref je hier aan: