06:37
20:38
Nachtmodus

Wilde eend

eenden in het waddengebied

Eenden in het waddengebied

Naamgeving

Wilde eend (Anas platyrhynchos) E: mallard, D: Stockente,  F: Canard colvert

Uiterlijk

De wilde eend is een middelgrote zwemeend waarvan de mannetjes goed herkenbaar zijn. Ze hebben een glanzend groene kop en witte halsring, bruine borst en grijze romp. Kenmerkend is ook de dubbel gekrulde staartveren. De vrouwtjes hebben een bruine schutkleur. In de ruitijd hebben mannetjes ook een bruin verenkleed (eclipskleed).  Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een duidelijke blauwe spiegel.

  • Lengte: 50-60 cm
  • Vleugellengte 28 cm.
  • Gewicht tussen 1 en 1,5 kg.

Biotoop

Wilde eenden komen in en buiten het broedseizoen in uiteenlopende biotopen waar water is, tot diep in de stad. Ze hebben een voorkeur voor rustige, begroeide waterpartijen, sloten, oevers van plassen en nestelen ook bij rivieren.

Leefwijze en gedrag

Het gedrag tussen stadseenden en ‘buiteneenden’ verschilt sterk. In de stad zijn ze erg tam en aangepast aan de stedelijke omgeving. Daardoor zijn ze relatief vaak het slachtoffer van verkeer en predatie. Door de hoge dichtheden hebben een negatief effect op de waterkwaliteit in parken en sloten. In het buitengebied komen wilde eenden in veel lagere dichtheden voor.  Het gedrag is ook minder tam. Wilde eenden vormen in de winter en het voorjaar paartjes. Daarbuiten is de binding afwezig. In de herfst vormen wilde eenden groepen van soms meer dan 1000 dieren op grote wateroppervlakten, van waaruit ze zich ’s avonds verspreiden om voedsel te zoeken.

Wilde eenden eten en rusten overdag en foerageren ’s nachts onder andere op landbouwgronden. In de ochtend vliegen ze weer terug naar hun dagverblijven op en bij meren, plassen, poelen en sloten. Tijdens de ruiperiode vanaf eind juni  kunnen zij enige tijd niet vliegen en zijn dan bijzonder kwetsbaar. Ze verschuilen zich dan op beschutte plekken in en rond water, moerassen ed.  De vogels overwinteren op ijsvrij water zoals langs de kust, andere blijven in Nederland.

Voortplanting

Paartijd: In de wintermaanden worden paartjes gevormd. De broedtijd loopt van maart tot juni en bij verstoring van het legsel kan er een nieuw nest worden gemaakt. In stedelijke gebieden worden soms nog tot laat in het najaar eendjes met pullen gezien. Deze late jongen overleven nauwelijks. Gewoonlijk is er 1 broedsel per jaar. Het aantal eieren bedraagt maximaal 7-11. Ze zijn  groen- of geelachtige van kleur. De broedduur bedraagt: 24-28 dagen.

Voedsel

Het voedsel van de wilde eend bestaat voornamelijk uit plantendelen, zoals waterplanten, gras, eendenkroos, knolletjes van aardappelen, eikels, peulvruchten en granen. Insecten, visjes en kreeften kunnen ook deel uitmaken van hun menu. Dit voedsel verzamelen ze zowel grazend, pikkend of grondelend in het water.

Jacht

Jacht is toegestaan van 15 augustus tot en met 31 januari.

Lees meer over eendenbejaging

Voorkomen

Wilde eenden komen in heel Nederland voor, maar vooral in laag-Nederland. Het is gedeeltelijk een trekvogel. In de herfst en winter komen wilde eenden uit Scandinavië, het noordwesten van Rusland, Duitsland en Polen naar Nederland. Ze mengen zich met de eenden die hier achterblijven. In strenge winters trekken Nederlandse eenden naar het zuiden. Naar schatting komen er 350.000-500.000 broedparen in Nederland voor (2000).  Dat betekent dat er gemiddeld al gauw 2,5-4 miljoen eendenkuikens worden geboren. De trend in broedvogels is er een van een lichte afname. Oorzaken daarvoor liggen in veranderend grondgebruik, verkeer, intensievere landbouw en predatie. Vooral in stedelijk gebied is het predatie-effect goed zichtbaar, waarbij eendjes in enkele dagen tijd soms 8-10 kuikens verliezen. Belangrijke predatoren zijn reigers en bruine rat maar ook meeuwen.

Het afschot van wilde eenden is de laatste jaren wat afgenomen en loopt parallel met de afname van de broedpopulatie, hoewel de meeste geschoten eenden waarschijnlijk afkomstig zijn van de eenden die uit Scandinavië komen.

Literatuur

  • Šťastný, K. (1991). Watervogels. Lisse, Rebo Productions.
  • Ijsseling, M.A. (1980). Thieme’s Vogelatlas, De Europese broedvogels 1. Zutphen, Thieme
  • SOVON, 2005 Atlas van de Nederlandse broedvogels.