Bloemenrijke randen hebben een grote aantrekkingskracht op insecten. Deze eten van de nectar die de bloemen produceren en zorgen ervoor dat bestuiving plaatsvindt. Op hun beurt, vormen de insecten voedsel voor onder andere vogels. Kuikens van weide- en akkervogels, waaronder de patrijs, zijn afhankelijk van kleine insecten. Volwassen patrijzen eten het blad van kruiden en zaden vormen voedsel voor onder andere veldleeuwerik en geelgorzen. Ook soorten als haas en fazant profiteren van het voedsel en de dekking die bloemen- en kruidenrijke stroken bieden.
Het speciale biotoopmengsel van de Jagersvereniging vindt u hier