De Wet natuurbescherming kent de volgende diersoorten als wild: haas, fazant, wilde eend, houtduif en konijn. Op wild mag alleen worden gejaagd in de geopende tijd. Alle andere soorten en wild in gesloten tijd mogen alleen worden gedood in het kader van beheer en of schadebestrijding op basis van vrijstelling, opdracht of ontheffing. In de volksmond worden alle dieren die worden bejaagd als ‘wild’ aangeduid.
Artikel 3.20 lid 2 Wet natuurbescherming
Bron: 101 vragen over jagen, vraag 15.03 Wild (uitgave Jagersvereniging en ministerie van LNV, 2007)