De Wet wapens en munitie (WWM) deelt alarmpistolen in bij de wapens behorende tot Categorie III. Om voor deze wapens een verlof aan te kunnen vragen dient men aan te tonen een ‘redelijk belang’ te hebben om een dergelijk wapen voorhanden te hebben. Dit redelijk belang kan bijvoorbeeld worden aangetoond door het overleggen van een geldige jachtakte, een lidmaatschapsbewijs van een (jacht)hondenvereniging of een schriftelijke verklaring van het bestuur van een (jacht)hondenvereniging waaruit blijkt dat de aanvrager is aangesteld als hondentrainer. Daarnaast dient de aanvrager aan te tonen dat de eigenaar of beheerder van het terrein waar het africhten van de honden plaatsvindt geen bezwaar heeft tegen het gebruik van een alarmpistool op zijn terrein.
Loopopening
Verlofplichtige alarmpistolen zijn in de praktijk grofweg alle alarmpistolen die de ‘loop’ opening aan de voorzijde hebben en dus de indruk kunnen wekken dat daarmee (kogel)munitie kan worden afgevuurd. De (kleine) alarmpistolen met de opening aan de bovenzijde zijn in de praktijk niet verlofplichtig. De munitie voor de kleine alarmpistolen met de opening aan de bovenzijde is eveneens niet verlofplichtig (korte dichtgeknepen hulsjes).