06:37
20:38
Nachtmodus
Foto: WBE Kromme Rijn

Geen ontkomen aan de drone – De Jager, april 2019

Tv-uitzendingen van 3 op Reis of Floortje naar het einde van de Wereld floreren bij camerabeelden vanuit een drone. De wereld ziet er vanaf grote hoogte net wat overzichtelijker uit. Dat geldt ook voor jagers en andere natuurliefhebbers die met een drone op zoek gaan naar reekalveren en nesten van weidevogels.

Tekst: Douwe Anne Verbrugge

‘Bespaar niet op de camera.’ Dat is het advies van Jurgen Hijink. Hij is secretaris bij WBE Winterswijk. Daar werken ze al drie jaar met een drone om reekalveren te zoeken en te redden. ‘Als je geen goede camera onder de drone hebt hangen, werkt dat erg demotiverend. Ik heb een keer bij een andere WBE gezien dat de beelden van die – goedkope – camera veel te grof waren. Die kon een bos brandnetels niet onderscheiden van een reekalf. De mensen die het zoekwerk doen, lopen dan drie, vier keer voor niets. Tja, daar wordt niemand vrolijk van.’

Alarm voor tractorbestuurder
Roger Borre van het bedrijf DRONExpert.nl houdt zich bezig met de ontwikkeling van de thermische camera’s die onder de drone hangen. ‘Die worden uiteraard steeds geavanceerder. Ook weidevogelnesten worden nu “met gemak” gevonden. Dat was tot een paar jaar geleden een stuk lastiger. Toen konden we alleen reekalveren en jonge hazen goed vinden.’ Borre vertelt dat de nieuwste camera’s zijn uitgerust met een web-based app. ‘De drone die over een weiland vliegt geeft meteen de coördinaten van een gevonden nest of reekalf via een App door. De boer of loonwerker die aan het maaien is, kan live meekijken waar de nesten of kalveren liggen. Zodra de maaimachine in de strook komt waar iets is gevonden, krijgt de tractorbestuurder een melding. En twintig meter voor het nest of jonge dier gaat er een alarm af.’
De camera’s worden beter en de communicatie efficiënter. Hoe zit dat met de prijs? Borre: ‘Een drone met warmtebeeldcamera kost bij ons tussen de 6000 en 9000 euro. De meer geavanceerde camera voor het opspeuren van weidevogelnesten kost rond de 25.000 euro. Daar zit dan wel een heel servicepakket bij.’

Subsidiepotjes
De WBE Nijkerk en omgeving werkt al sinds 2015 met een drone bij het zoeken van reekalveren. Nick van Adrichem, jager bij deze WBE: ‘De progressie die we de afgelopen jaren hebben gemaakt is enorm, mede doordat wij meer bedreven raken in alle mogelijkheden die de drone biedt. Met als resultaat dat we vorig jaar 37 reekalveren in veiligheid hebben gebracht.’
Sinds vorig jaar werkt de WBE met een eigen drone. Vóór die tijd werd een drone en piloot ingehuurd. Van Adrichem: ‘Samen met een journalist van NijkerkNieuws.nl hebben we bij het Rabo-Stimuleringsfonds een verzoek voor sponsoring ingediend. De helft van de drone is door dit fonds betaald. De andere helft is gefinancierd door sponsoren van binnen en buiten de WBE. De journalist is piloot voor ons geworden. Samen met zijn zoon en een vriend. Ook onze WBE-penningmeester volgt nu een opleiding tot drone-piloot. In het dagelijks leven bestuurt hij een Boeiing 747, dus ik heb daar alle vertrouwen in, haha!’
Jurgen Hijink van WBE Winterswijk vertelt dat hun ‘drone-team’ de afgelopen twee jaar 76 reekalveren heeft opgespoord. Ook bij deze WBE kunnen vier mensen de drone besturen, anderen doen het loopwerk en assisteren. De drone van de WBE kostte drie jaar geleden zo’n 9.000 euro, grotendeels gesubsidieerd door de stichting WCL (Waardevol Cultuurlandschap) in Winterswijk. Hijink: ‘Daar waren we heel blij mee. Net als we eerder geld van het Rabo Cultuurfonds kregen voor het plaatsen van wildspiegels. Ik wil maar zeggen: er zijn best subsidiepotjes te vinden voor dit soort werkzaamheden.’

Boodschappenkistje
Bij de WBE Kromme Rijn werken ze sinds vorig jaar met een drone. Vijf leden van de WBE hebben de cursus voor dronepiloot gevolgd, Dick Polman is de coördinator. ‘We hebben al onze leden gemeld dat zij ons kunnen inzetten als zij vermoeden dat er jong reewild op hun terreinen aanwezig is. Zij weten wanneer de boer of loonwerker gaat maaien. Voorwaarde is wel dat zijzelf een loopploeg hebben. Drie personen zijn eigenlijk echt wel nodig. Vorig jaar zijn we zo’n twintig keer op pad geweest. En uit mijn hoofd gezegd waren we tien keer succesvol, met in totaal 22 kalveren.’ Langbroeker Polman neemt zelf opklapbare boodschappenkistjes mee om de gevonden reekalveren tijdelijk in op te bergen. ‘Ik heb er zelf een soort van deksel voor gemaakt. Hartstikke handig. Meestal ga ik zelf mee als dronepiloot. Ik werk niet alle dagen meer, de andere vier piloten moeten in de ochtend maar net kunnen voor werktijd.’

Drone versus grondtelling
Peter van den Brandhof, eigenaar van het onafhankelijk adviesbureau ‘Brandhof Natuur en Platteland’ werkt veel met drones. Vaak in opdracht van agrarische natuurverenigingen, natuurorganisaties en provincies. Het adviesbureau heeft drie drones in bezit. Dat het zoeken met drones effectief is, bewees een test bij een reeëntelling. ‘In opdracht van een provincie telden wij dit najaar in het gebied van 100 hectare de reeën met een drone, terwijl vrijwilligers van de WBE op de grond gingen tellen. Zij telden er nul. Wij dertien. En dat is geen verwijt naar de vrijwilligers. Reeën houden zich in het najaar extra goed verscholen. Alleen ontkomen zij niet aan de warmtebeelden van de drone.’

Weidevogelnesten

Ook voor weidevogelbeheer zet Van den Brandhof drones in. ‘Dat doen we ’s ochtends bij zonsopkomst. Op dat moment van de dag is er nog verschil in temperatuur waar te nemen tussen het aardoppervlakte en de nesten. Met een HD-camera die onder de drone hangt kunnen we soms zien welke weidevogel er broedt.’ De WBE Kromme Rijn is in gesprek met een weidevogelvereniging voor de inzet van hun drone. Polman: ‘Het vinden van de nesten met onze drone is nog niet zo simpel. Je kunt de nesten alleen in de vroeg ochtend vinden als de vogels daadwerkelijk zitten te broeden. Pas dan pakt de camera het warmteverschil op. Een nestje met alleen “koude eieren” ziet de camera niet.’

Dat WBE Nijkerk over een eigen drone beschikt is niet onopgemerkt gebleven. Van Adrichem: ‘Voor het zoeken van weidevogelnesten heeft de stichting Biotoopverbetering Agrarisch Overleg (BAO) contact met ons opgenomen. Wij willen graag met de BAO samenwerken. Prima natuurlijk om de drone meer vlieguren te laten maken.’
Vrijwilligers die naar weidevogelnesten zoeken zijn in eerste instantie niet altijd even blij met de drones die boven de weilanden vliegen. Dat krijgt Van den Brandhof geregeld te horen. ‘De romantiek van het zoeken gaat er voor hen een beetje van af. Maar als ik ze dan de beelden laat zien, worden ze alsnog enthousiast. Helemaal toen ik vorig jaar een aantal kuikens van de kwartelkoning vond. Dat was echt uniek, die vind je niet al struinend door het land. Maar los daarvan, de drone is en blijft een hulpmiddel. Het vervangt het mooie werk van de vrijwilligers nooit helemaal.’

Piloot worden
Voor de dronepiloten is de laatste jaren wel het een en ander veranderd, vertelt Roger Borre van DRONEpert.nl: ‘Wij hebben een app ontwikkeld waarbij de piloot van tevoren de vliegpatronen van de drone kan invoeren: een automatische piloot. De piloot kan zich dan beter richten op de beelden van de warmtebeeldcamera en hoeft zich minder bezig te houden met de besturing. Daarbij, de drones worden steeds kleiner en lichter, met betere accu’s. Ze blijven langer in de lucht dan voorheen, dat is wel heel erg handig. Op een ochtend kun je grotere gebieden afspeuren dan voorheen.’

Het leren vliegen met de drone is volgens Polman (WBE Kromme Rijn) serieus werk. ‘Maar als je het eenmaal onder de knie hebt, stelt het niet heel veel voor. Na het volgen van de cursus over regelgeving en vliegtechnieken, kun je de drone in de lucht brengen. Als je een beetje technisch bent, heb je dat vliegen snel onder de knie. Je vliegt met behulp van een iPad, dus daar moet je wel mee om weten te gaan. Maar dan ben je er wel.’

Mooi werk
Over één ding zijn de jagers het in ieder geval eens: het is ontzettend mooi werk. Van Adrichem: ‘Vanaf eind april tot eind mei ben ik met mijn jachtmaatje Henk van Rijn bijna continu in het veld te vinden. Samen beoordelen wij de warmtebeelden die de drone doorgeeft. Als alle boeren tegelijk gaan maaien is het ontzettend hectisch, maar mooi werk. En we worden, mede door alle technische verbeteringen, steeds efficiënter in het doorzoeken van een veld.’ Hijink geeft nog een laatste tip: houd korte lijntjes met de loonwerker en de agrariër zodat je weet wanneer ze gaan maaien. ‘Het mooie is dat als je ze betrekt bij het zoekwerk met de drone, zij vanzelf enthousiast worden. Op verjaardagen vertellen ze dan over het reekalfje dat ze gezien hebben en hoe mooi dat is. Dat vertelt zich als vanzelf rond bij andere boeren en loonwerkers die vervolgens ook mee gaan doen.’

  • Delen:

Meer informatie


Gerelateerd nieuws