Duitse Staande Draadhaar
Staande honden verrichten hun werk voordat er geschoten wordt, door het veld met grote slagen af te zoeken. Zodra ze wild ruiken, staan ze stil en wijzen ze het aan. Met dit ‘voorstaan’ vertellen ze de jager waar het wild zit. De continentale staande honden, waarvan de Duitse Staande Draad-haar er een is, zijn allrounders. Dat betekent dat ze behalve voorstaan ook apporteren.
Er is een aantal zaken die een staande hond moet nalaten. Zo mogen ze absoluut niet op eigen initiatief achter wild aangaan, maar moeten ‘hazenrein’ zijn. Een hond die niet hazenrein is, staat niet voldoende onder appel. De (voor)jager kan de hond niet voldoende controleren en dat zorgt voor onrust binnen de jacht. Veldverontrusting en het ongecontroleerd opstoten van wild is dan vaak het gevolg. Een staande hond mag ook beslist niet ‘inspringen’, oftewel vertrekken voordat hij daartoe opdracht heeft gekregen. Als het wild opgaat en ook als de jager zijn geweer hanteert, moet de staande hond wachten totdat de opdracht tot apport is gegeven. De Duitse Draadhaar werkt op het land en in het water, in dichte dekking en op open veld. Zijn weerbestendige, ruige vacht maakt dat hij nagenoeg ongevoelig is voor wisselende weersgesteldheden en omstandigheden in het veld.
Algemene kenmerken
Afmetingen
De schofthoogte varieert bij reuen van 61 tot 68 cm en bij teven 57 tot 64 cm.
Beharing
Draadharig, hard, aanliggend en met dichte, waterafstotende onderwol. Het haar biedt door de structuur en de dichtheid een optimale bescherming tegen weersinvloeden en verwondingen. Afhankelijk van de kwaliteit van de vacht zult u hem vrijwel nooit of regelmatig met de hand moeten (laten) plukken. Tussen de plukbeurten door moet u de hond eens per week goed borstelen. Houd de baard schoon en knip een teveel aan haren tussen de voetzolen weg.
Kleur
De Duitse Staande Draadhaar komt voor in bruin- en zwartschimmel met of zonder platen, in effen bruin met eventueel een borstvlek of in helschimmel.
Algemene karaktereigenschappen
Actieve, intelligente honden die onvermoeibaar zijn in het werk. Honden van dit ras hebben een stabiel karakter en hechten zich sterk aan hun eigenaar.
Rasspecifieke problemen
Honden van dit ras kunnen last hebben van Heupdysplasie en de Ziekte van Von Willebrand, een erfelijke bloedziekte die ervoor zorgt dat het bloed niet of minder snel stolt. Fokkers laten beide ouderdieren officieel onderzoeken op de afwezigheid van Heupdysplasie en de Ziekte van VonWillebrand. Ook de aandoeningen Elleboogdysplasie en OCD (Osteochondrose Dissecans) zijn het ras binnen geslopen.
Criteria Duitse Staande Draadhaar
Geschikt als huishond
De Duitse Draadhaar heeft veel energie. Als hij zijn energie niet kwijt kan, wordt hij ervaren als een drukke hond. Kan hij zijn energie wel kwijt, dan is hij in huis rustig. Hij kan ook goed in een kennel gehouden worden, mits u de hond daaraan heeft laten wennen.
Sociale omgang (andere huisdieren/ kinderen)
Als de hond in zijn jeugd goed gesocialiseerd en begeleid is, kan hij het uitstekend met kinderen en andere huisdieren vinden.
Hanteerbaarheid / trainen & opvoeden
Duitse Staande Draadharen zijn slimme, leergierige honden. Ze hebben wel een consequente baas nodig. Deze honden kunnen een stevige aanpak verdragen zonder zenuwachtig te worden. Duitse Draadharen kunnen goed tegen een stootje en hebben een sterke eigen wil.
Beweging / woonomgeving
Deze energieke, levendige hond heeft veel beweging en afleiding nodig. Dat kunt u het dier geven door met hem te jagen, de hond daarvoor te trainen, met de hond te fietsen en lange wandelingen te maken. U moet hier minimaal een uur per dag voor uittrekken.
Waakzaamheid / houding naar onbekenden
Duitse Staande Draadharen kunnen behoorlijk waaks zijn. Ze zijn over het algemeen vriendelijk tegen andere mensen. Is de hond aan het werk, dan zal zijn aandacht vooral daarop gericht zijn.
Generalist of specialist
Duitse Draadharen zijn uitstekende allround jachthonden, generalisten dus. Vanwege de ruwe en dicht aanliggende vacht worden ze veel gebruikt in moeilijk begaanbare terreinen. Deze honden worden niet alleen voor het schot gebruikt, ook na het schot worden ze vaak ingezet voor korte nazoeken (tot 500 meter).
‘Will to please’ / graag willen werken
Graag willen werken zit bij deze honden in hun aard.
Karakter baas voor dit ras
De Duitse Draadhaar is een stevige hond die een consistente, duidelijke opvoeding nodig heeft. De (voor)jager moet sterk in zijn schoenen staan en weten wat hij van de hond kan vragen en wat (nog) niet. Door vaak met de Duitse Draadhaar te trainen en te werken krijgt u een goede band met de hond, en dan heeft u er een geweldige jachtkameraad bij. Dit ras kan heel goed uw eerste hond zijn, mits u consequent met de hond omgaat.
Bloedlijnen / jachtpassie
De meeste honden van dit ras worden ingezet als gebruikshond. Er is geen verschil tussen show- en werklijnen.
Rasvereniging
De rasvereniging heeft verschillende werkgroepen, waarvan een groot aantal zich richt op het werken met de Duitse Staande Draadhaar in de jachtpraktijk. Er is een Jachthondenproeven werkgroep, als ook de werkgroep M.A.P / Gebruikshondenproef, en er zijn werkgroepen die zich bezig houden met veldwedstrijden, veldwerkinstructie en zweethondenproeven.
Deze veldwedstrijden, zoals de voor- en najaarsveldwedstrijden, apporteerveldwedstrijden ter drijfjacht en zweetspoorproeven, zijn geënt op de jachtpraktijk. Hier wordt vooral de natuurlijke aanleg van de hond beoordeeld.
Deze informatie verscheen eerder in vakmagazine De Jager, in de serie ‘De jachthond in de Nederlandse jachtpraktijk’. Samenstelling: Judith Habets.