Wildlijst
Wat houdt de wildlijst in?
De wet verplicht jagers in Nederland om in hun jachtvelden – die samen 80% van het Nederlandse landschap beslaan – te streven naar een ‘redelijke wildstand’ voor de diersoorten op de nationale wildlijst. Deze wildlijst is samengesteld door de overheid.
Er zijn drie voorwaarden waar aan voldaan moet worden om een soort op de wildlijst te plaatsen: ten eerste moet het een eetbare of schadeveroorzakende diersoort zijn, ten tweede moet de staat van instandhouding van de soort op landsniveau goed zijn, en ten derde moet de staat van instandhouding van de betreffende wildsoort niet in gevaar komen door bejaging.
De jager heeft ook een verantwoordelijkheid voor deze soorten: hij moet er voor zorgen dat er voldoende van zijn zodat de soort blijft voortbestaan. Tegelijk mogen er weer niet zoveel zijn, dat dieren schade aanrichten, bijvoorbeeld aan gewassen.
De wildlijst in Nederland bestaat uit vijf diersoorten:
- Fazant
- Houtduif
- Haas
- Konijn
- Wilde eend
Deze soorten mogen alleen worden bejaagd in de geopende tijd. Alle andere diersoorten mogen alleen worden bejaagd in gesloten tijd in het kader van beheer en of schadebestrijding op basis van vrijstelling, opdracht of ontheffing. In de volksmond worden alle dieren die worden bejaagd als ‘wild’ aangeduid.
Haas en konijn
De haas en het konijn staan sinds eind 2020 als ‘kwetsbaar’ gekenmerkt op de Nederlandse Rode Lijst van Zoogdieren. Minister Schouten van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit constateert tegelijkertijd dat haas en konijn in Nederland op dit moment wijdverbreid en in grote aantallen voorkomen. Ze stelt dan ook terecht dat er geen reden is om de jacht op deze wildsoorten te sluiten, omdat deze soorten voldoen aan de criteria van de wildlijst.
Hoe kan het dat tegelijkertijd deze soorten als ‘kwetsbaar’ op de rode lijst staan? Dit komt voornamelijk doordat de aantallen en verspreiding van deze diersoorten in 2019 worden vergeleken met de geschatte gegevens over deze soorten in 1950. Exacte cijfers uit 1950 ontbreken echter.
In een speciale long read en een podcast geven directeur Laurens Hoedemaker, ecoloog Jeroen Vorstman en jurist Jeroen Hoefnagels duiding over de totstandkoming van de Nederlandse Rode Lijst, de betekenis van de motie om haas en konijn van de wildlijst te schrappen en de verdere stappen van de Jagersvereniging.
Podcast
Nieuwe Nationale Wildlijst
De Jagersvereniging wil betere, werkbare regels voor jagers en wildbeheereenheden. De wildlijst zorgt voor eenvoudige, in het hele land gelijke, regels voor bejaging en bescherming van de wildsoorten. Momenteel bestaat de nationale wildlijst uit vijf diersoorten. De Jagersvereniging vindt dat de nationale wildlijst moet worden aangevuld met de grauwe gans, kolgans, smient, ree, edelhert, damhert en wild zwijn.
Deze diersoorten komen nu in zulke grote aantallen voor dat ze veel schade aan landbouwgewassen en natuur veroorzaken,. Ook vormen ze risico’s voor de verkeersveiligheid op de weg, het spoor en het vliegveld. Daarnaast kunnen deze soorten een risico zijn voor de insleep en verspreiding van dierziekten zoals vogelgriep en Afrikaanse varkenspest. Bovendien zijn er genoeg van deze dieren om ze te kunnen benutten als duurzame voedselbron: wild is super-scharrelvlees.
Er zijn drie voorwaarden waar aan voldaan moet worden om een soort op de wildlijst te plaatsen: ten eerste moet het een eetbare of schadeveroorzakende diersoort zijn, ten tweede moet de staat van instandhouding van de soort op landsniveau goed zijn, en ten derde moet de staat van instandhouding van de betreffende wildsoort niet in gevaar komen door bejaging. Op dit moment voldoen in Nederland in ieder geval de grauwe gans, kolgans, smient, ree, edelhert, damhert en wild zwijn aan deze voorwaarden.
Op de vraag of er in de wet moet worden vastgelegd dat de jager deze verantwoordelijkheid ook krijgt voor diersoorten als ganzen, reeën en wilde zwijnen antwoordt 53% van de Nederlanders dat dit zeker moet gebeuren, 10% is negatief en 37% is neutraal.
Wat wordt onder wild verstaan?
De Wet natuurbescherming kent de volgende diersoorten als wild: haas, fazant, wilde eend, houtduif en konijn. Op wild mag alleen worden gejaagd in de geopende tijd. Alle andere soorten en wild in gesloten tijd mogen alleen worden gedood in het kader van beheer en of schadebestrijding op basis van vrijstelling, opdracht of ontheffing. In de volksmond worden alle dieren die worden bejaagd als ‘wild’ aangeduid.
Artikel 3.20 lid 2 Wet natuurbescherming
Waarom moeten soorten op de nationale wildlijst als sommige provincies ruime ontheffingen hebben voor deze soorten?
Het gaat in sommige provincies nu nog goed, maar het systeem van ontheffingen is niet toekomstbestendig.
Het klopt dat sommige provincies voor een aantal soorten redelijk ruime ontheffingen hebben. Het probleem is dat tegen elke ontheffing of tegen elk Faunabeheerplan dat welke provincie dan ook afgeeft, een procedure wordt aangespannen. Er zijn organisaties die hiervoor zijn opgericht; zij doen de hele dag niets anders dan elke ontheffing aanvechten. Ze willen jagen koste wat het kost verbieden. En dat lukt steeds beter.
Daardoor worden provincies steeds voorzichtiger in hun Faunabeheerplannen, vrijstellingen en ontheffingen. Voor het onderbouwen van Faunabeheerplannen en ontheffingen moeten niet alleen steeds meer gegevens verzameld worden, ook worden steeds meer belemmerende bepalingen in ontheffingen opgenomen. Ontheffingen worden daardoor minder goed uitvoerbaar en zadelen de jagers daarnaast nog op met enorme bureaucratie.