Alle levende dieren gaan een keer dood en dus is het op zich niet vreemd om in de natuur een dood dier tegen te komen. Maar wanneer er een vermoeden is dat een dier door een bepaalde ziekte is gestorven en er sprake is van buitengewone sterfte is het zaak dit te melden bij het DWHC of de NVWA . Bij algemeen voorkomende wilde dieren is sprake van buitengewone sterfte als de sterfte ‘anders is dan normaal”. Dit houdt in dat er:
- Meerdere dode dieren op dezelfde plek liggen
- in het gebied meer sterfte dan normaal is voor dat gebied in dat jaargetijde
- het dier afwijkend gedrag vertoonde voor het doodgaan
- het dode dier een “vreemde” houding heeft (het zit/ligt anders dan normaal gesproken).
- Het dier zichtbaar vreemde vormen heeft zoals bulten, verkleuringen en of een onregelmatige vacht/verenkleed.
Bij verdenking van een aangifteplichtige ziekte, zoals Klassieke en Afrikaanse varkenspest, vogelgriep (vogelpest) en Mond-en-klauwzeer, moet contact worden opgenomen met de NVWA via het landelijk meldpunt voor dierziekten, telefoon: 045 – 546 31 88. Overigens geldt deze plicht alleen voor dierenartsen en veehouders maar hebben jagers en anderen zeker ook een morele plicht om dit te melden. Voor een volledige lijst van alle aangifteplichtige ziekten zie: lijst-aangifteplichtige-dierziekten De kadavers mogen niet worden versleept om verdere verspreiding te voorkomen. Denk in dat kader ook aan uw laarzen of ander schoeisel die ziekten kunnen verspreiden door deze op locatie schoon te maken en te ontsmetten voordat u in de auto stapt.
Indien er geen verdenking is van aangifteplichtige ziekten maar wel van buitengewone sterfte dan kunt u dit melden bij het DWHC: www.dwhc.nl/meldingsformulier/
Ook bij het ontweiden of schoonmaken van wild kunnen afwijkingen worden gevonden (met name afwijkingen aan de organen) die vragen kunnen oproepen of een dier ziek is. Neem ook in zo’n geval contact op met het DWHC of de NVWA.