Bewegingsjacht
Na bespreking met de Ledenraad vastgesteld door het Landelijk Bestuur op 15 augustus 2017
Recentelijk is de bewegingsjacht weer in de publieke aandacht gekomen, zowel in de discussie rondom het nulstandbeleid voor wilde zwijnen in Brabant en Limburg, als in berichten over verkeersveiligheid en de toenemende wildstand op de Veluwe.
Probleemstelling
Het wilde zwijn is al jaren bezig aan een opmars in West-Europa. Met name in de provincies Limburg, Noord-Brabant en in toenemende mate ook Gelderland en Overijssel ziet men de schadecijfers in de landbouw en het aantal verkeersincidenten met wilde zwijnen toenemen. De afgelopen jaren is in de grensstreek buiten de leefgebieden Veluwe en Meinweg een ‘nulstandbeleid’ gehanteerd. Dit heeft er echter niet toe geleid dat de opmars van het wild zwijn is gestopt.
Op de Veluwe is het aantal wilde zwijnen hoger dan ooit tevoren, geeft de Vereniging Wildbeheer Veluwe aan. Jagers ter plaatse geven te kennen dat met de rijke mastjaren de varkens slecht op de lokvoerplaatsen komen, waardoor de beoogde aantalsreductie niet gehaald wordt. Daardoor neemt de kans op wildaanrijdingen toe. Ook de beoogde aantalsreductie voor edelherten wordt op de Veluwe niet gehaald.
De huidige mogelijkheden van jagers zijn onvoldoende om de aantallen en verspreiding van zwijnen en edelherten te beteugelen. Daardoor dreigt de schade aan land- en bosbouwbelangen verder op te lopen en komt de verkeersveiligheid verder onder druk te staan.
Bewegingsjacht
Bewegingsjacht is een beproefde jachtstrategie op grofwild, vooral op wilde zwijnen. In het Duits wordt bewegingsjacht ook wel ‘druckjagd’ of ‘ansitzdruckjagd’ genoemd. Bij deze jachtvorm lopen enkele drijvers door de dichte dekking waar het wild zich verschuilt, waardoor het wild in beweging komen om via hun vaste routes een andere dekking op te zoeken. Strategisch opgestelde jagers kunnen één of meerdere stuks wild schieten als deze rustig voorbij komen lopen. Bewegingsjacht is een actieve en effectieve vorm van bejaging in aanvulling op de reguliere strategie van het jagen vanaf een hoogzit. Dat is momenteel de gangbare en enige toegestane jachtvorm. In Limburg is hierop een uitzondering namelijk de één op één drijfjacht op wilde zwijnen. Hierbij mag maar één drijver zonder hond in het uit te drijven perceel zijn, maar kunnen meerdere jagers om het bos staan mits deze voldoende onderlinge afstand houden dat een zwijn altijd binnen het schootsveld van één jager zal komen. In de praktijk betekent dit dat jagers minimaal 100 meter uit elkaar moeten staan.
Bij een bewegingsjacht wordt het wild door een klein aantal mensen verontrust in de dekking waar zij zich overdag verschuilt. Daardoor kunnen in een korter tijdsbestek, met minder verstoring in het veld, meer stuks wild geschoten worden.
Standpunt van de Jagersvereniging
- Om verder oplopende aantallen grofwild – en in het verlengde hiervan vestiging van dieren op ongewenste locaties – te voorkomen is het nodig dat jagers een breed scala aan middelen tot hun beschikking hebben om grofwild in aantal te beperken. Dat voorkomt gewenning en vergroot de flexibiliteit en effectiviteit van bejaging;
- Actief beheer van populaties grofwild in- en buiten de leefgebieden is altijd noodzakelijk om de verschillende doelstellingen in de groene ruimte met elkaar in balans te brengen en te houden;
- Voor effectief beheer moet een breed scala aan methoden en middelen ingezet kunnen worden. Voor het effectief beheren van de populaties grofwild, is bij de huidige wildstand noodzakelijk ook bewegingsjacht toe te kunnen passen;
- Veiligheid staat voorop. De wijze waarop dit in de praktijk vormgegeven wordt, vereist door de WBE gecoördineerd maatwerk.
Een indruk van een bewegingsjacht in Duitsland
Onze oosterburen gebruiken bewegingsjachten in de herfst en winter om effectief invulling te geven aan de vastgestelde beheerplannen voor het grofwild. De Duitse jagersvereniging, het Deutscher Jagdverband, publiceert op haar YouTube-kanaal filmpjes waarmee een goede indruk te krijgen is van een bewegingsjacht: