Hiervoor is een speciaal verlof van de regiopolitie nodig. De jachtaansprakelijkheidsverzekering van de Jagersvereniging dekt deze handeling.
Aan een dergelijk verlof dienen de volgende beperkingen te worden verbonden:
- De bevoegdheid tot het doden van dieren geldt alleen voor als productiedieren gekweekt grofwild, zoals bedoeld in artikel 13 van het Besluit doden van dieren (Stb. 1997, 235);
- Het doden van het gekweekte grofwild vindt plaats op het terrein waar deze dieren worden gehouden
- Het wapen mag worden vervoerd van en naar die plaatsen waar het gekweekte desbetreffende grofwild wordt gehouden;
- Het doden van gekweekt grofwild met behulp van een geweer mag alleen plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang;
- Het gekweekt grofwild mag slechts worden gedood indien het geweer en de munitie voldoen aan de eisen zoals gesteld in artikel 10 en 11 van het Besluit beheer en schadebestrijding;
- Bij het doden van gekweekt grofwild mag geen gebruik worden gemaakt van kogelpatronen die niet vervormen bij het treffen van het dier;
- Bij het doden van het gekweekt grofwild mag de afstand tussen dier en schutter ten hoogste 25 meter bedragen;
- De houder van het verlof dient er zorg voor te dragen dat zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid, voor schade waartoe het verrichten van die handelingen met gebruikmaking van een geweer aanleiding kan geven, door een verzekering is gedekt.
Circulaire Wet Wapens en Munitie 2019, bijzonder deel 5.8
Bron: 101 vragen over jagen, vraag 1.20 Damhert (uitgave Jagersvereniging en ministerie van LNV, 2007)