06:15
20:56
Nachtmodus

Wintertaling

Naamgeving

Wintertaling (Anas crecca), E: Teal, D: Krickente, F: Sarcelle.

Uiterlijk

De mannetjes hebben een roodbruine kop met groene vlek, een grijs lijf met witte vleugelstreep, groene spiegel en een achterlijf met een gele vlek omgeven door een brede zwarte rand.

De vrouwtjes hebben een bruine schutkleur met een duidelijke groene spiegel.

Biotoop

Broedvogels komen vooral voor op de hogere zandgronden met het accent op Drenthe en Noord Brabant. Broedgelegenheid vinden ze in dichte vegetatie in moerassige gebieden, bijvoorbeeld heidevennen of gebieden die langdurig onder water staan met ruigte en pitrus.

Leefwijze

Vaak zit de wintertaling verscholen achter een rietkraag of onzichtbaar langs de oever. Wintertalingen zijn redelijk verstoringsgevoelig maar keren vaak ook weer terug naar de plek van verstoring.
Ze komen als broedvogel voor, maar zijn vooral wintergasten. Ze kennen een zeer groot broedgebied in Noord-Europa en Rusland en trekken in de winter weg tot in Afrika.

Voortplanting

Broedtijd: april-juli
Aantal legsels: 1
Aantal eieren: 6-14
Broedduur: 23-25 dagen; broedt vanaf laatste ei.

Voedsel

Wintertalingen zoeken in het ondiepe water naar zaden, maar ze eten ook waterplanten of landbouwgewassen. In de zomer gaat er een grote voorkeur uit naar dierlijke voedsel. 

Jacht

De jacht op wintertalingen is gesloten.

Voorkomen

De aantallen broedende wintertalingen in Nederland nemen al langere tijd af. De laatste jaren stabiliseert zich dit of nemen ze lokaal weer iets toe. Naar schatting komen er nu zo’n 2000-2500 broedparen voor. In het winterhal aar komen er in Nederland tot meer dan 110.000 wintertalingen voor. Die aantallen schommelen al langere tijd rond dit niveau. Deze talingen maken deel uit van een Europese populatie die 1,5 tot 2miljoen vogels beslaat en afhankelijk van de
vorstgrens grote trekbewegingen kent.

Geschikte biotoopmaatregelen voor de wintertaling zijn vernatting van gebieden. Bekend is dat in de Oostvaardersplassen na drooglegging en bloei van moerasandijvie massaal wintertalingen voorkwamen die op de zaden foerageerden. Rond 1990 ging dat om meer dan 50.000 stuks.