Provinciale jachthondencommissarissen en puppycursussen
Per provincie is een commissaris aangewezen die de jachthondentrainingen coördineert. In heel Nederland zijn erkende trainingsgroepen en puppycursussen beschikbaar
Naar onderwerp
De Hongaarse Staande Hond of Magyar Vizsla is beter bekend onder de naam Vizsla. Deze middelgrote kortharige of draadharige staande honden verrichten hun werk voordat er geschoten wordt. Staande honden zoeken het land met opgeheven hoofd al zigzaggend af tegen de wind in, om verwaaiing van het wild op te vangen. Zodra ze wild ruiken staan ze ‘voor’, zodat de jager weet waar het wild zit. De continentale staande honden, waarvan de Vizsla er een is, zijn allrounders. Dat betekent dat ze behalve voorstaan ook apporteren. Om veldverontrusting te voorkomen, is het belangrijk dat staande honden niet op eigen initiatief achter wild aangaan. Als het wild opgaat en ook als de jager zijn geweer hanteert, moet de staande hond wachten totdat de opdracht tot apport is gegeven.
Vizsla’s zijn er in twee varianten: de kortharige en de draadharige Vizsla. Beide typen zijn geschikt voor het werk in zowel het veld als in het bos en in het water. Vooral de draadharige Vizsla verdraagt zwaar terrein en extreme weersomstandigheden goed. Vizsla’s zijn ruim jagende jachthonden die ver van de (voor)jager weggaan tijdens het werk. Ze hebben een uitstekend neusgebruik, staan vast voor en zijn daarnaast ook goede apporteurs, zowel op het land als in het water. Vizsla’s staan erom bekend dat ze geen grove behandeling verdragen. Desondanks moeten deze honden wel consequent opgevoed worden.
Reuen hebben een schouderhoogte van 58 tot 64 cm, teven een hoogte van 54 tot 60 cm. Een goede balans en symmetrie in lichaamsbouw zijn belangrijker dan de in centimeters gemeten grootte.
De kortharige Vizsla heeft een dichte vacht die stevig en hard aanvoelt. Het hoofd en de oren zijn dunner, zijdeachtig en korter behaard. In de verharingsperiode kunt u los en dood haar met een rubberen borstel verwijderen; buiten deze perioden verhaart de kortharige Vizsla nauwelijks.
De draadharige Vizsla heeft een aanliggende, stevige en dichte vacht zonder glans. Het dekhaar is 2 tot 3 cm, de onderwol is dicht en waterafstotend. De contouren van het lichaam moeten zichtbaar blijven. De vacht van deze hond moet zo nu en dan geplukt worden. Buiten de trimbeurten volstaat een keer per week borstelen.
Voor beide varianten geldt dat de kleur van de vacht bestaat uit verschillende nuances van tarwegeel en lichtbruin.
Levendig, vriendelijk, evenwichtig, intelligent en gemakkelijk af te richten. De draadhaar is over het algemeen iets rustiger van aard dan de korthaar.
Ouderdieren waarmee gefokt wordt, moeten zijn getest op Heupdysplasie (HD). Epilepsie is opgenomen in het fokreglement: met ouderdieren en hun nakomelingen die lijden aan primaire epilepsie mag niet gefokt worden.
Vanwege zijn probleemloze karakter en zijn aanpassingsvermogen, kunnen deze honden gemakkelijk in huis worden gehouden. Vizsla’s zijn aanhankelijk en erg gesteld op gezelschap. Dat maakt ze minder geschikt om in een kennel gehouden te worden.
De Vizsla geeft in sociaal opzicht vrijwel nooit problemen en kan het goed vinden met soortgenoten. Mits gesocialiseerd, gaan ze ook goed om met andere huisdieren en kinderen. Dat gaat het beste als ze daarmee opgroeien. Honden van dit ras kunnen gevoelig zijn voor stemmingen in huis.
Deze jachthonden zijn gemakkelijk en snel af te richten en hebben een uitstekend geheugen. Ze hebben snel door hoe ze verschillende taken kunnen combineren als ze aan het werk zijn. Echter traumatische ervaringen blijven dankzij het goede geheugen langer hangen. Het zit in de aard van een Vizsla om contact te houden met zijn baas. Honden van dit ras verdragen geen grove behandeling, ze sluiten zich dan af voor hun baas. Met een consequente en tactvolle wijze van trainen bereikt u het meeste resultaat.
Vizsla’s zijn zeer energieke honden met een grote behoefte aan beweging. Daarnaast hebben deze honden mentale uitdaging nodig. U moet rekenen op zo’n anderhalf uur per dag wandelen, waarbij de hond ook onaangelijnd kan rennen. Lopen naast de fiets is een uitstekende manier om een Vizsla voldoende beweging te geven, mits de hond volgroeid is.
Vreemd bezoek wordt aangekondigd, maar daar blijft het vaak wel bij. Sommige Vizsla’s kunnen zeker wel waaks zijn, maar het is niet realistisch om dat van dit ras te verwachten.
Vizsla’s zijn echte generalisten. Ze kunnen ingezet worden voor veldwerk, het apporteren van veer- en haarwild en voor zweetwerk. Als u de Vizsla wil inzetten voor het zweetwerk op grofwild, mag u niet van dit ras verwachten dat ze hetzen. Als u dat wilt, kunt u beter kiezen voor een ander ras.
Deze honden zijn intelligent genoeg om te doorgronden wat u van hen verlangt en doen hun baas graag een plezier.
De Vizsla is een rustige, vriendelijke hond die niet bestand is tegen een ruwe behandeling maar met een tactvolle baas tot grote prestaties kan komen. Als u daar het geduld niet voor heeft, kunt u beter kiezen voor een ander ras. Vizsla’s zijn fijngevoelige honden die sterk reageren op de gemoedstoestand van hun baas.
De rasvereniging heeft een jachtbasistest ontwikkeld om de jachteigenschappen in het ras te behouden. De Vizsla-vereniging stelt dat minimaal één van beide ouderdieren in het bezit moet zijn van een kwalificatie op veldwerk of CQN, een B-diploma van de Jagersvereniging of een positief resultaat van beide ouderdieren op de jachtbasistest. De vereniging raadt aan geen pups te kopen waarvan de ouderdieren niet tenminste voldoen aan het fokreglement.
De vereniging organiseert jaarlijks een Kampioenschapsclubmatch. Daarnaast organiseert de vereniging jaarlijks diverse voor- en najaarsveldwedstrijden, een KJachthondenproef, een MAP samen met andere rasverenigingen en kennismakings- en trainingsdagen veldwerk. Algemeen correspondentieadres: [email protected].