06:25
19:02
Nachtmodus
Foto: Robert-Jan Asselbergs

Rechtswetenschapper Arie Trouwborst ‘Loslopende katten groot maar oplosbaar probleem’ – De Jager

Loslopende huiskatten schaden de biodiversiteit, door het doden en verstoren van wilde dieren, het overbrengen van ziektes, en op nog andere manieren. Dat stellen rechtswetenschappers van Tilburg University die het Europese natuurbeschermingsrecht onder de loep namen tegen de achtergrond van de groeiende wetenschappelijke literatuur over de invloed van katten op de natuur. Hun conclusie: EU-lidstaten moeten zwerfkatten en verwilderde katten verwijderen of beheren wanneer die beschermde soorten of gebieden bedreigen, en zij moeten een verbod instellen én handhaven op het los laten lopen van huiskatten.

Tekst en portretfoto: Eimer Wieldraaijer
Dit interview verscheen in De Jager juni 2020

Arie Trouwborst is hoofddocent milieurecht aan Tilburg University. Zijn specialisme is het internationaal en Europees natuurbeschermingsrecht.

Aanleiding voor dit gesprek is het effect van loslopende katten op de natuur, een onderwerp waarover u het afgelopen halfjaar tweemaal heeft gepubliceerd (zie de links onderaan dit artikel). In deze en andere publicaties wordt aangetoond dat de invloed van de kat op de inheemse fauna zeer groot is. De International Union for Conservation of Nature (IUCN) zet de verwilderde huiskat in de top-100 van de meest schadelijke exoten.

‘Er zijn twee recente studies die de huiskat wereldwijd zelfs in de top-3 van meest schadelijke exoten plaatsen. Katten zijn nauw betrokken geweest bij het uitsterven van minstens 63 soorten: 40 vogels, 21 zoogdieren en 2 reptielen. Daarnaast bedreigen ze 300 à 400 van de diersoorten die nu op de rode lijst staan. In aanvulling op deze duidelijke gevallen is er een groot grijs gebied, want katten zitten overal en grijpen immers overal beesten. Dat heeft ongetwijfeld eveneens een negatieve invloed, maar daarbij is het lastig de factor “kat” los te weken van al die andere invloeden in de ecologie. Niettemin is het zo klaar als een klontje dat de kat ook in dat opzicht een niet te onderschatten invloed heeft. Om allerlei redenen hebben veel soorten het moeilijk, en de kat komt daar als complicerende factor dan nog eens bovenop, terwijl het volstrekt onnodig is.’

Portretfoto Arie Trouwborst_Eimer Wieldraaijer

‘Ons uitgangspunt was: wat zegt het natuurbeschermingsrecht dat op dit moment geldt? Dan kom je slechts tot één conclusie: katten moeten simpelweg niet buiten los rondlopen.’

In ons land is er geen recent landelijk overzicht van de omvang van predatie door loslopende katten.

‘Dat is inderdaad een omissie. Er zijn wel incidentele onderzoeken, zoals een lokale studie naar verwilderde katten op Schiermonnikoog. Een van de betere bronnen op landelijk gebied is het rapport van Wim Knol uit 2015 (Verwilderde huiskatten: effecten op de natuur in Nederland). Op basis van vergelijkbare onderzoeken uit het buitenland heeft hij dezelfde wiskundige formules op de Nederlandse situatie toegepast. Knol concludeert dat er circa 3 miljoen “echte” huiskatten in Nederland voorkomen en daar bovenop ruim 600.000 verwilderde huiskatten. Van die laatste komen de meeste voor in het stedelijk gebied en zo’n 160.000 in het buitengebied, waaronder natuurgebieden (inclusief N2000-gebieden). Knol stelt vast dat verwilderde huiskatten meer prooien eten dan de huisdieren. Voor het stedelijk gebied wordt geschat dat de 510.000 verwilderde huiskatten jaarlijks minimaal 60 prooien per kat per jaar doden. De verwilderde huiskatten in het buitengebied doden minimaal 120 prooien per kat per jaar. Knols berekeningen laten zien dat er jaarlijks door huiskatten in Nederland al met al ruim 140 miljoen prooien worden gedood. Ik vermoed dat zijn cijfers aardig in de buurt van de werkelijkheid komen.’

Schrikbarende aantallen…

‘Zeker, temeer daar het bij de prooien niet alleen algemene knaagdieren betreft, die het qua populatie nog wel kunnen hebben, maar er zitten ook zeldzame en kwetsbare soorten tussen. Vleermuizen, vogels, et cetera. Bovendien concurreren de katten met inheemse predatoren om voedsel en ruimte. Denk aan marterachtigen en roofvogels. Elke veldmuis die door een kat wordt gegeten kan niet door de torenvalk worden opgepeuzeld, zo simpel is het. Verder is er het fear-effect. Denk daarbij onder meer aan het verstoren van vogels.’

‘Wat betreft de prooien zijn het niet alleen algemene knaagdieren, die het qua populatie nog wel kunnen hebben, maar er zitten ook zeldzame en kwetsbare soorten tussen. Vleermuizen, vogels, et cetera.’

Vindt er voldoende wetenschappelijk onderzoek plaats?

‘De wetenschappelijke literatuur over dit onderwerp is de laatste vijftien jaar enorm gegroeid, en om de haverklap is er een nieuwe studie. Zo is er onlangs een studie verschenen in Animal Conservation, getiteld The small home ranges and large local ecological impacts of pet cats. Uitkomst van dit wereldwijde onderzoek: huiskatten vangen gemiddeld vier tot tien keer meer prooien per hectare dan een vergelijkbare inheemse predator. Verder is er bijvoorbeeld interessant onderzoek gedaan naar het verstoringseffect van katten op broedende merels en andere vogels. Die effecten zijn niet voor de poes. Op grond van deze en andere studies weten we nu veel meer over het effect van loslopende huiskatten dan een eeuw geleden, toen men zich overigens ook al zorgen maakte over dit fenomeen.’

Knol pleit voor een registratiechip, halsband en belletje. Ook wil hij verwilderde huiskatten laten vangen en herplaatsen. Wat hij afraadt is het terugplaatsen van gesteriliseerde katten in de natuur. Deelt u zijn aanbevelingen? 

‘Het zijn stappen in de goede richting. Het is beter dan niks, maar bij onze onderzoeken hebben wij door de juridische bril naar de materie gekeken. Ons uitgangspunt was: wat zegt het natuurbeschermingsrecht dat op dit moment geldt? Dan kom je slechts tot één conclusie: katten moeten simpelweg niet buiten los rondlopen. Die zouden op dezelfde manier als andere huisdieren behandeld moeten worden. Namelijk permanent onder controle van hun eigenaar. En bovendien is het iets wat de overheid consequent zou behoren te handhaven.’

Hoe ‘hard’ staat het in het natuurbeschermingsrecht?

‘In de EU geldt de Vogelrichtlijn en deze vereist dat de lidstaten een verbod op het opzettelijk doden en verstoren van vogels in hun wetgeving opnemen en handhaven. Dat geldt voor alle in het wild voorkomende vogels, inclusief de koolmees, merel en zwartkop in de tuin.’

Dan draait het dus om de uitleg van het woord ‘opzettelijk’.

‘Het Europese Hof van Justitie heeft via een serie uitspraken in de loop der jaren duidelijk gemaakt dat “opzettelijk” breed moet worden opgevat. Ook als het doden van een beschermd dier niet je bedoeling is, maar je wel bewust de kans aanvaardt dat dit gebeurt, is er sprake van opzet. Zo heeft het Hof zich ooit uitgesproken over het zetten van vossenstrikken in Spanje. De vos is geen beschermde soort, maar de otter die ook in Spanje voorkomt wel. Dus, zei het Hof, als je een strik zet voor de vos in ottergebied loop je de kans dat er een otter in belandt, en het zetten van die strik valt daarmee onder het verbod op het opzettelijk doden van otters. Precies hetzelfde geldt als je je kattenluik openzet. Je weet dat je kat buiten een vogel kan grijpen en als kattenbezitter laat je dat toch bewust gebeuren. Met andere woorden: juridisch gezien is het een plus een is twee.’

De bal ligt bij de Nederlandse overheid?

‘Conform de Vogelrichtlijn heeft onze overheid de verplichting het opzettelijk doden en verstoren van vogels te verbieden en effectief te voorkomen. Daarom moet de overheid aan de bevolking duidelijk maken dat het los laten lopen van je kat strijdig is met de wet en dit ook handhaven.’

Waarom grijpt men niet in? 

‘Een interessante vraag. Je ziet overal op grote schaal dat katten buiten gedoogd worden. Er is geen enkele EU-lidstaat die zich op dat punt aan de regels houdt. Als onderzoekers hebben we ons afgevraagd: welke redenen kunnen we bedenken voor zo’n massaal gedoogbeleid? Zijn er goede steekhoudende argumenten die dat zouden kunnen rechtvaardigen? Juridisch zit het immers fout. Het is illegaal wat er gebeurt. Is het dan onredelijk om de wet te handhaven? Niet op grond van wetenschappelijke onzekerheid. Zoals gezegd: we weten inmiddels meer dan genoeg over het effect van de kat op de natuur. Gaat het dan om de haalbaarheid? Is handhaving pertinent onmogelijk? Ook dat is niet aan de orde. Het verbod op het loslaten van je kat is prima te handhaven. Ten slotte wegen ook de belangen van katteneigenaren en katten zelf niet op tegen de schade die deze dieren aanrichten aan de biodiversiteit.’

Dus blijven er electorale redenen over? 

‘Precies! Welke politicus jaagt graag ruim drie miljoen kattenbezitters in de gordijnen?’

Is het wachten op een Marjan Minnesma of Johan Vollenbroek die de kat de bel aanbindt? Zeg maar: iemand die de overheid erop aanspreekt dat zij gebreke blijft?

‘Dat kan. Denkbaar is dat iemand of een club de rechter verzoekt een gemeente of provincie te verplichten de wet te handhaven.’

Is de publieke opinie tegen?

‘Enkele kranten hebben, na het uitkomen van ons onderzoek, een poll onder hun lezers gedaan met als vraag: vindt u ook dat katten binnen moeten blijven? De uitkomst was ongeveer fifty-fifty. Ik zou zeggen: die grote groep die juist van loslopende katten af wil, dat zijn toch ook stemmers? Waar zijn die welkom? Naar aanleiding van ons onderzoek heeft D66 in de Tweede Kamer in elk geval kritische vragen gesteld aan minister Schouten van LNV. In haar beantwoording heeft de minister helaas om de hete brei heen gedraaid. Dus wellicht komen er vervolgvragen.’

‘Welke politicus jaagt graag ruim drie miljoen kattenbezitters in de gordijnen?’

Je zou een actie van de Vogelbescherming verwachten. 

‘In de VS voert de American Bird Conservancy actief campagne tegen het fenomeen buitenkat, maar de Vogelbescherming loopt er al jaren op kousen voeten omheen. Men wil er kennelijk de vingers niet aan branden, in de veronderstelling dat er onder haar leden naast vogelliefhebbers ook veel kattenbezitters zitten. Zo van: en die donateurs raken we liever niet kwijt.’

Het is koffiedik kijken, maar denkt u dat het in de toekomst tot een handhaving van dit onderdeel van de wet komt?

‘Hoe taai de materie ook is: ik ben toch wel optimistisch. Er wordt al lang tevergeefs over gesproken, maar in het verleden is dat ook gebeurd bij andere schadelijke gewoontes die uiteindelijk toch aan banden zijn gelegd. En vroeger waren ongecontroleerd loslopende honden heel normaal. Wie nu zijn hond in de bossen loslaat, kan een boete krijgen. Er kunnen ook consequenties zijn voor de eigenaar wiens kat een verkeersongeluk veroorzaakt of een kind krabt. Juridisch is die eigenaar even verantwoordelijk voor wat zijn kat in de natuur uitspookt. Het is te gek voor woorden welke schade daar nu door katten wordt aangericht en waar niemand op wordt aangekeken. Allerlei veel minder schadelijke exoten worden bestreden, maar de kat niet. Bijvoorbeeld: het effect van de nijlgans op de natuur is veel minder groot dan dat van de kat. In Veenendaal moest iemand een paar jaar geleden de goudvissen weer uit de gracht halen die hij daarin had losgelaten. Of neem weidevogels: we bestrijden de inheemse vos die nesten en kuikens bedreigt, maar de uitheemse kat die precies hetzelfde doet mag in de meeste provincies niet worden geschoten.’

De kat staat boven de wet.

‘In wezen is het een onverkwikkelijke maar hardnekkige situatie. Toch denk ik dat we over een aantal jaren terugblikken en met elkaar zeggen: hoe heeft het ooit normaal kunnen zijn dat je je kat zomaar overal los liet lopen, met alle gevolgen van dien. Net zoals we nu van roken in cafés, restaurants en op kantoor vinden: ongelooflijk, dat dat ooit acceptabel was.’

  • Delen:

Meer informatie


Gerelateerd nieuws