LOW wil vaart achter nieuw Interprovinciaal Wolvenplan
Maatschappelijke dialoog binnenkort van start
Het Landelijk Overleg Wolf (LOW) plaatst kritische kanttekeningen bij het feit dat er pas eind 2023 een geactualiseerd Interprovinciaal Wolvenplan zal verschijnen. Hoewel er begrip is voor het feit dat er nog belangrijke kwesties zijn die nadere verdieping vereisen, willen de vertegenwoordigers in het LOW hun achterbannen en leden van hun organisaties ‘snel perspectief en duidelijkheid’ geven. Wel is al duidelijk dat het uitgangspunt van het Interprovinciaal Wolvenplan ongewijzigd blijft: duurzaam en conflictarm samenleven met de wolf.
Ten opzichte van het plan uit 2019 is Nederland in een andere fase beland met meerdere gevestigde wolven en roedels en zich voortplantende wolven. Dit vraagt naast actualisatie van het wolvenplan ook om nieuwe interventierichtlijnen. Het LOW dat de provincies adviseert over het te voeren beleid, pleit voor landelijk beleid, zo interprovinciaal mogelijk zonder verschillen tussen provincies onderling. Ook moet er volgens het LOW vaart gezet worden achter een internationaal wolvenmanagementplan. Dit moet meer duidelijkheid gaan bieden over een samenhangende Europese benadering van het wolvendossier. Zowel over de bescherming als beheer, het streven naar de Gunstige Staat van Instandhouding (GSvI), de inzet preventieve maatregelen, de omgang met schade en bijbehorende tegemoetkomingen.
Duidelijkheid over Gunstige Staat van Instandhouding
De wet Natuurbescherming geeft provincies de bevoegdheid ontheffing of vrijstelling te geven van het verbod wolven te doden, onder bepaalde voorwaarden, waaronder dat geen afbreuk wordt gedaan aan het streven naar een GSvI. Het begrip streven naar een Gunstige Staat van Instandhouding komt voort uit Europese regelgeving. Het is een juridisch begrip dat is gebaseerd op meerdere ecologische principes.
Voor de interpretatie van het begrip maakt het uit op welk schaalniveau het wordt bezien. Binnen Nederland leven onvoldoende wolven om te kunnen spreken van een levensvatbare populatie. Ons grondgebied is ook te klein voor een onafhankelijke levensvatbare populatie. Bij een puur juridische interpretatie moet op basis daarvan geconcludeerd worden dat de Staat van Instandhouding voor de wolf in Nederland op dit moment ongunstig is. Vanuit ecologisch perspectief moeten de Nederlandse wolven echter worden gezien als onderdeel van grotere, grensoverschrijdende populaties. Om de juridische interpretatie in overeenstemming te brengen met de ecologische werkelijkheid roept het LOW op om snel in internationaal verband afspraken te maken.
Subsidie preventieve maatregelen
In de contouren van het nieuwe wolvenplan dat dus pas eind dit jaar klaar is, wordt al wel duidelijk dat de criteria om wolvengebieden aan te wijzen worden verruimd. Hiermee wordt meer mogelijk als het gaat om subsidiering van preventieve maatregelen. Maar dit gaat de LOW-partijen niet ver genoeg. Het LOW wil het liefst dat subsidie van de preventieve maatregelen voor heel Nederland gaat gelden. “Eerst wachten tot een wolf gevestigd is en dan pas subsidie verstrekken werkt verkeerd. De wolf zal zich over nagenoeg heel Nederland verspreiden en het is belangrijk dat alle dierhouders daar preventieve maatregelen voor nemen.”
Het LOW stelt: “Het doel van een brede subsidie van preventieve maatregelen is dat de wolf niet gaat wennen aan predatie op landbouwhuisdieren. Daarbij komt dat de meeste schade veroorzaakt wordt door (een toenemend aantal) zwervende wolven. De inzet moet gericht zijn op het voorkomen van schade, vergroting van het bewustzijn bij de dierhouders en dus het stimuleren van preventieve maatregelen. Voor dierhouders moet te allen tijde eenduidig zijn wat van hen verwacht wordt. Nu wordt er steeds meer van dierhouders verwacht. Dat is onwenselijk. Als de veehouder aan de norm voldoet, dan moet worden geconstateerd dat deze alles heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem/haar verwacht mag worden. Het is verstandig ook aan te geven wat wel (vergunning/ontheffingsvrij) mag. Bijvoorbeeld de wolf verjagen als hij achter het vee aan zit of in de buurt van mensen komt.”
Maatschappelijke dialoog over wolf
De Rijksoverheid zal dit jaar – als vervolg op het door de Jagersvereniging en het International Fund for Animal Welfare IFAW geïnitieerde verkennend onderzoek naar een maatschappelijke dialoog, ook daadwerkelijk een maatschappelijke dialoog starten over hoe mensen en wolven samen kunnen leven. Dat gebeurt op verzoek van de minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal. De onderwerpen van gesprek zullen zijn:
- angstgevoelens van mensen voor de wolf;
- de positie van de wolf in de Nederlandse natuur;
- bescherming van vee en huisdieren tegen de wolf;
- provinciaal wolvenbeleid en provinciale wolvencommissies.
Na de dialoog zal de Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) een advies uitbrengen. Afhankelijk van dat advies zal de minister eventueel het standpunt dat in Europa is ingenomen, herzien. Dat standpunt gaat over de beschermde status van de wolf, zoals neergelegd in het Verdrag van Bern. Enkele ondertekenaars (Zwitserland, Finland en Zweden) willen die terugbrengen van streng beschermd naar beschermd. Dat laatste zou inhouden dat er maatregelen mogelijk zijn. ”Mocht uit het advies van de RDA blijken dat voor Nederland een heroverweging van de beschermde status van wolven gerechtvaardigd is, dan zal ik dat in ogenschouw nemen en met uw Kamer bespreken”, zo kondigde Van der Wal begin december vorig jaar aan.
Situatie per provincie
Provincies kunnen hun eigen beleid hanteren voor het aanwijzen van wolven leefgebieden en het openstellen van subsidieregelingen voor preventieve maatregelen. Bekijk hier de actuele informatie per provincie: https://www.bij12.nl/onderwerpen/faunazaken/diersoorten/wolf/beleid-en-organisatie/
Totstandkoming LOW
De twaalf provincies – vertegenwoordigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO) – hebben in 2019 het ‘Interprovinciale Wolvenplan’ vastgesteld. In het wolvenplan hebben provincies uitgewerkt hoe zij om (zullen) gaan met zwervende en territoriale wolven in Nederland. Het wolvenplan biedt provincies de basis om beleid formeel te verankeren in bijvoorbeeld verordeningen of beleidsregels. Medio 2020 heeft een aantal organisaties de provincies om een apart overleg gevraagd, met de wens om gezamenlijk vraagstukken op het gebied van wolvenschade aan te pakken. Daarom is onder leiding van de onafhankelijk voorzitter dhr. Pieter van Geel is op 25 november 2020 het Landelijk Overleg Wolf (LOW) van start gegaan.
Deelnemende organisaties
De deelnemende organisaties zijn: LTO Nederland, Stichting Beheer Platform Kleinschalige Schapen- en Geitenhouders, Vereniging Gescheperde Schaapskudden, Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De 12 Landschappen, Federatie Particulier Grondbezit, Dierenbescherming, Wolf Fencing Nederland, Zoogdiervereniging, Vereniging Nederlandse Gemeenten, Wageningen Environmental Research, ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Interprovinciaal Overleg. BIJ12 voert het secretariaat uit.