Jager in het gewone leven – Reint-Jan van de Bunte

In de rubriek ‘Jager in het gewone leven’ zoomen we in op het dagelijkse leven van jagers. Wat voor mensen zijn deze jagers? En wat voor baan hebben zij? Deze keer komen we meer te weten over Reint-Jan van de Bunte, student bos- en natuurbeheer én jager. 

Tekst en foto’s: Douwe Anne Verbrugge

Reint-Jan van de Bunte (21) – Student bos- en natuurbeheer aan de Hogeschool Van Hall Larenstein
‘Ik ben nu tweedejaars student en geniet met volle teugen van mijn studie. Het is echt interessant. Vooral de vakken die dieper ingaan op het herkennen en beheren van bomen- en plantensoorten, hebben mijn grote aandacht. Een vak als ‘economie’ is voor mij echt een moetje. Gelukkig is binnen mijn studie best veel aandacht voor de jacht, en dan met name het grofwildbeheer.  Mijn droom is om later terrein- of zelfs fauna – beheerder te worden. En dan het liefst op de Veluwe. Hier voel ik mij thuis.

De Veluwe past mij. Maar een functie op bijvoorbeeld een mooi Waddeneiland sla ik ook niet af. Eerder liep ik stage op Terschelling. Bivakkeerden we in een hutje op de Boschplaat. Van heel dichtbij maakte ik de kracht van de getijden op het Wad mee. Door de coronacrisis hebben we nu vooral online les, die volg ik thuis in Harderwijk of op mijn kamer in Arnhem. Ik baal er enorm van dat we niet meer gezellig de stad in kunnen om een leuk café te pakken. Maar ik klaag niet. Het studentenleven in Arnhem is goed. Met mooi weer zoek ik met vrienden de uiterwaarden op en nemen we een duik in de Rijn.’

Reint-Jan van de Bunte (21) – Jager bij de Wildbeheereenheid Veluwe Noord West
‘Mijn vader die ook jager is, zegt wel eens gekscherend dat hij zijn geweer aanlegde over de kinderwagen heen. Zo klein als was, ging ik al met hem mee op pad. Als je mij ’s nachts in het pikkedonker dropt in het Harderwijker bos, vind ik probleemloos de weg terug. Ik kom er nog steeds iedere week. Om er te jagen, de wildstand te monitoren of om vogels te spotten en planten te determineren. Vooral het overgangsgebied van het bos naar het Beekhuizerzand is qua natuurschoon imponerend. De eeuwenoude dennenbomen geven mij een oersensatie.

Met mijn vader Teus zit ik in een jachtcombinatie van tien jagers. We werken hard om het bos te verbeteren. Met succes. Zo is het hier een prachtgebied voor tapuiten. Jagen doen we vooral op edelherten, reeën en wilde zwijnen. Afgelopen jaar heb ik vijf zwijnen geschoten. Onze ruwharige teckel Gino (14) gaat zo vaak als mogelijk mee, ook al heeft hij zijn gloriejaren in het zweetwerk achter zich liggen. Bij ingewikkeld nazoekwerk schakelen we Ger Verwoerd in. In mijn ogen is hij, samen met zijn honden, dé nazoekspecialist van Nederland.’

Deze tekst is afkomstig uit De Jager 4, 2021