CDA Kamervragen over bewapening boa’s beantwoord
Naar aanleiding van berichtgeving van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht (KNVvN) en een uitzending van EenVandaag over de bewapening van groene boa’s stelde CDA Kamerleden Chris van Dam en Maurits van Martels Kamervragen. Uit de berichtgeving blijkt dat groene boa’s nog te vaak zonder bewapening het buitengebied in worden gestuurd. De vragen zijn nu beantwoord door de minister van Justitie en Veiligheid, Ferd Grapperhaus.
Bewapening van toezichthouders
Boa’s, inclusief jachtopzichters, worden niet standaard uitgerust met geweldsmiddelen zoals een wapenstok of pistool. Dit moet worden aangevraagd bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Zij beslissen dan of bewapening noodzakelijk is. Deze aanvragen worden niet altijd erkent. De KNVvN trok hier recent over aan de bel. Uit een inventarisatie onder haar leden bleek dat het met deze aanvraag in zeker 20 gevallen mis ging. De Jagersvereniging zet zich in voor een juiste uitrusting voor jachtopzichters.
Bewapening is voor toezicht in het buitengebied essentieel. Ondersteuning van de politie is vaak lastig of duurt lang en jachtopzichters hebben in toenemende mate te maken met serieuze criminaliteit. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om stroperij of drugsdumpingen. De Jagersvereniging heeft op dit moment een pilot lopen met jachtopzichters in Gelderland, die als vrijwillige boa de WBE’s ondersteunen bij het toezicht in het buitengebied. Om veilig en effectief hun werk te doen hebben zij de beschikking over volledige bewapening.
Uniforme regeling bewapening
Om de beoordeling van aanvragen voor bewapening meer uniform te laten verlopen heeft de minister een nieuwe regeling aangekondigd. Daarin moet de bewapening, maar ook de uitrusting van boa’s beter geregeld worden. De Jagersvereniging zal de ontwikkeling van deze regeling volgen.
<Einde nieuwsbericht>
Volledige antwoorden op de Kamervragen
1 Bent u bekend met het bericht ‘Bewapening boa stelselmatig afgewezen: Groene boa’s te vaak zonder bewapening het bos ingestuurd’ van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht van 31 augustus 2020 en de uitzending van EenVandaag van 7 september 2020?
Antwoord
Ja.
2 Kunt u aangeven of het klopt dat er buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) zijn van natuurbeheerorganisaties die al jaren kunnen beschikken over volledige bewapening, inclusief vuurwapen, maar dat een verlenging van deze ontheffing thans niet meer wordt gehonoreerd? Geldt voor deze groep boa’s (nog steeds) dat indien zij in de periode voor verlenging geen feitelijk gebruik hebben gemaakt van hun geweldsmiddelen, dat zij deze moeten inleveren? Zou dat niet grond zijn om ook van de overgrote meerderheid van de Nederlandse politieambtenaren periodiek hun dienstwapen af te nemen? Hoe verhoudt deze uiterst restrictieve houding bij de verlenging van het toekennen van geweldsmiddelen zich tot de intentie zoals verwoord in uw brief van 5 juni 2020 dat toegekende geweldsmiddelen zoveel mogelijk gecontinueerd worden?
Antwoord
In mijn brief van 5 juni jl. heb ik aangegeven dat boa’s niet standaard met geweldsmiddelen worden uitgerust, maar uitzonderingen op deze hoofdregel zijn toegestaan. Daarbij geldt ook dat de ene boa, de andere niet is. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw besluit bewapening en uitrusting boa’s, waarin veiligheidsrisico’s meer maatgevend zullen zijn, in de besluitvorming over de bewapening van boa’s, dan nu reeds het geval is. Bewapening van boa’s zal zodanig worden uitgewerkt dat er zo min mogelijk lokale verschillen kunnen ontstaan. De nieuwe regeling zal meer dan tot op heden ruimte bieden om meer boa-specifiek te kijken naar geschikte uitrusting en geweldsmiddelen. Dat biedt de gelegenheid om te differentiëren en zo nodig af te wijken van wat voor de politie geschikt is. Per boa-domein zal duidelijk worden gemaakt welke uitrusting en geweldsmiddelen ter beschikking kunnen komen.
Boa’s werkzaam bij natuurbeheerorganisaties (ook wel groene boa’s genoemd) behoren conform de Beleidsregels boa tot domein II milieu, welzijn en infrastructuur. Deze boa’s kunnen optioneel beschikken over de volgende geweldsmiddelen: handboeien, wapenstok, pepperspray, uitschuifbare wapenstok, surveillancehond, vuurwapen.
Indien op een gemotiveerd verzoek van de werkgever positief wordt beslist kan een boa beschikken over één van de of meerdere geweldsmiddelen zoals genoemd. Bij het verlopen van de termijn voor de geweldsbevoegdheid, is het mogelijk een verzoek te doen voor de verlenging hiervan. Bij de afweging voor de verlenging zullen de toezichthouders rekening houden met de taak waarvoor de boa wordt ingezet en de omstandigheden van die taakuitvoering van de boa, zoals bijvoorbeeld de mate waarin snel een beroep kan worden gedaan op de politie en de veiligheid van de boa. Van een meer restrictief beleid dan voorheen is geen sprake. In mijn brief van 5 juni jl. staat dat daar waar in bestaande situaties in het verleden aan boa’s in de openbare ruimte (domein I) een wapenstok is toegekend, deze toestemming in beginsel zal worden verlengd wanneer de lokale driehoek hierom verzoekt. Het betreft dus een specifiek geweldsmiddel voor een specifieke categorie boa’s.
3 Deelt u de opvatting dat groene boa’s uit domein II werkzaamheden uitvoeren in natuurgebieden en daarbij dikwijls geconfronteerd worden met delicten als drugscriminaliteit, dumpingen en stroperij en dat zij daarom moeten kunnen beschikken over adequate bewapening, inclusief vuurwapen?
Antwoord
De veiligheid van boa’s bij de taakuitvoering staat voorop. Het algemeen uitgangspunt ten aanzien van geweldsmiddelen is dat het geweldsmonopolie behoort bij de Staat (krijgsmacht en politie). Daarom beschikken boa’s optioneel over de geweldsbevoegdheid en worden zij niet standaard toegerust met geweldsmiddelen. Echter, er zijn criteria voor het bepalen van uitzonderingssituaties waarin boa’s toch kunnen worden toegerust met een geweldsmiddel. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer boa’s minder snel kunnen terugvallen op assistentie van de politie of de aard van de werkomstandigheden dit vergt. Zie ook het antwoord bij vraag 2.
4 Kunt u aangeven of het klopt dat groene boa’s uit domein II niet langer kunnen beschikken over voldoende adequate bewapening? Hoe verhoudt zich dat tot uw brief van 5 juni 2020, waarin u aangeeft dat er uitzonderingen op het geweldmonopolie van de politie mogelijk zijn, waaronder bij boa’s in het groene domein (domein II) die minder makkelijk op assistentie van de politie kunnen terugvallen?
Antwoord
Indien daartoe aanleiding is kunnen groene boa’s volgens de geldende wet- en regelgeving nog steeds beschikken over geweldsmiddelen. Met de wijziging van de Beleidsregels boa in juli jl. is de uitschuifbare wapenstok toegevoegd aan de beschikbare geweldsmiddelen waar de groene boa aanspraak op kan maken.
5 Bent u van mening dat er groene boa’s zijn in domein II die inderdaad minder makkelijk kunnen terugvallen op assistentie van de politie, omdat zij werkzaamheden uitvoeren op tamelijk moeilijk te bereiken plekken in natuurgebieden en dat zij daarom zouden moeten kunnen beschikken over adequate bewapening? Zo ja, waarom wordt de verlenging van hun ontheffing om bewapend te worden dan niet gehonoreerd?
Antwoord
Indien de taakuitvoering en werkomstandigheden van de groene boa daarom vragen kan de werkgever van de groene boa een gemotiveerd verzoek doen. Conform de geldende wet- en regelgeving voor toekenning van een geweldsmiddel, kan na positief advies van de toezichthouders, een of meerdere geweldsmiddelen worden toegekend. Hierbij zullen individuele gevallen individueel worden beoordeeld.
Zo beschikken thans meer dan 700 groene boa’s over de korte wapenstok en bijna honderd groene boa’s over een uitschuifbare wapenstok, pepperspray en een vuurwapen. Sommigen van hen beschikken daarnaast ook over een diensthond. Niet in alle gevallen zal echter worden geoordeeld dat de groene boa bewapend moet worden. Die beslissing moet telkens lokaal worden beoordeeld, waarbij nauw wordt gekeken naar de specifieke taakomschrijving en omstandigheden waarin de betreffende groene boa opereert.
6 Waarom worden groene boa’s soms in identieke situaties verschillend bejegend qua toekenning van geweldsmiddelen en in het bijzonder het vuurwapen? Komt dit door wisselend advies per bevoegd gezag? Zou daar niet een landelijke toets, die toeziet op landelijke uniformiteit, boven moeten zitten? Bent u bereid landelijke uniformiteit qua bewapening van (groene) boa’s te bewerkstelligen?
Antwoord
In mijn brief van 5 juni 2020 heb ik aangekondigd dat wordt gewerkt aan een afzonderlijke regeling bewapening en uitrusting boa’s. Hierin zal o.a. de bewapening voor boa’s zodanig worden uitgewerkt dat er zo min mogelijk lokale verschillen kunnen ontstaan. Dit draagt bij aan meer uniformiteit. Er zal daarnaast meer ruimte worden geboden voor meer specifieke uitrusting en geweldsmiddelen per boa-domein. Hierdoor kan daar waar nodig worden gedifferentieerd. Zie ook antwoord bij vraag 1.
1) KNVVN, 31 augustus 2020, “Bewapening boa stelselmatig afgewezen: Groene boa’s te vaak zonder bewapening het bos ingestuurd”, https://www.knvvn.nl/bewapening-boa-stelselmatig-afgewezen-groene-boas-te-vaak-zonderbewapening-het-bos-ingestuurd/
2) EenVandaag, seizoen 2019, aflevering 214, 7 september.
3) Kamerstukken II 2019/20, 29628, nr. 958
4) Kamerstukken II 2019/20, 29628, nr. 958
5) Kamerstukken II 2019/20, 29628, nr. 958
Lees alle vragen en antwoorden op de website van de Tweede Kamer
tweedekamer.nl