Jagers in het groen
Onderzoeksbureau CLM uit Culemborg heeft in 2018 samen met wildbeheereenheden (WBE’s) en jagers gekeken waar in hun werkgebied kansen liggen voor verbetering van biodiversiteit. Hieruit kwam naar voren dat er in het landschap veel meer kansen liggen voor biotoopbeheer dan er worden benut. Samenwerking, herkennen van kansen en bereidheid om met alle organisaties en particulieren de handen uit de mouwen te steken bleek de beste aanpak. Het onderzoeksrapport is vanaf vandaag te downloaden. Dit rapport biedt jagers, WBE’s maar ook andere buitenmensen inspiratie om te kijken naar mogelijkheden voor biotoopverbetering in hun werkgebied.
Jagers zetten zich al heel lang in voor het vergroten van biodiversiteit door biotoopverbetering. Zo plaatsen ze nestkasten, leggen ze houtwallen en akkerranden aan en plaatsen ze broedkorven voor eenden. Dit komt niet alleen de bejaagbare soorten ten goede maar is ook een stimulans voor soorten die het moeilijk hebben in het landschap. Om jagers meer vertrouwd te maken met de talloze mogelijkheden die er in het landschap liggen is het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM), in opdracht van de Jagersvereniging, met jagers het veld ingetrokken. Hiervoor is in twee wildbeheereenheden (WBE’s) – Zuid-Oost Kempen en Neder-Betuwe – met jagers en grondgebruikers in hun gebieden gekeken waar goede mogelijkheden liggen voor biotoopverbetering.
Kansen
In enkele gevallen lagen de kansen voor het oprapen, maar in een aantal gevallen vroeg de situatie ook om anders kijken of organiseren. Kansen lagen er bijvoorbeeld voor patrijzen en insecten in akkerranden. Ook ruidenrijkdom in boomkwekerijen, insecten in ruigten, natuur op verlaten bedrijfsterreinen, herstel van houtwallen of bij particulieren rond het erf boden mogelijkheden.
Focus
CLM concludeerde dat extra ecologische kennis nodig en duidelijke projectleiding belangrijk zijn. Tevens adviseerde CLM de wildbeheereenheden om niet teveel tegelijk op te zetten, maar de focus op enkele activiteiten te leggen en die goed en duurzaam uit te voeren. Uit de praktijk in Brabant en Rivierenland bleek ook dat financiering niet altijd nodig is, maar dat beschikbaarheid van gereedschap, hulp van een gemeente of het meenemen van brandhout ook al voldoende kan zijn.
Samenwerking nuttig
Uit het onderzoek kwam tevens naar voren dat samenwerking tussen grondgebruikers, jagers, particulieren en organisaties zoals agrarische natuurverenigingen, gemeenten, scholen, waterschappen, bedrijven, andere natuurorganisaties zoals NME, IVN of vogelwerkgroepen erg nuttig is. Er zijn vooral gemeenschappelijke belangen.
Communicatie
Tot slot concludeert het CLM ook dat het belangrijk is om de resultaten te communiceren. Wees trots op wat je hebt bereikt en draag dat ook samen uit. Dat kan in de pers, maar tegenwoordig ook op: www.biotoopopdekaart.nl . Daarmee krijgt een lokaal initiatief een landelijke uitstraling wat weer kan leiden tot navolging.