06:37
20:38
Nachtmodus
Foto: Michael Migos

Voor de wolven – Arie Trouwborst

In een serie van acht geven experts of belanghebbenden hun visie op de wolf naar aanleiding van een stelling. De stelling luidt dit keer: De huidige strikte bescherming van de wolf is ongewenst. Arie Trouwborst reageert.

Arie Trouwborst, hoofddocent Universiteit Tilburg, specialisatie natuurbeschermingsrecht
Tekst: Oswin Schneeweisz. De Jager September 2019*

‘Als jurist zeg ik: vanuit de doelstelling van het natuurbeschermingsrecht heeft de wolf het volste recht om terug te keren. En omdat dat nu eenmaal niet vanzelf gaat en er veel belangen en standpunten meespelen is een zekere mate van bescherming gewenst. Of er in Nederland op lange termijn sprake zou moeten zijn van een flexibele (met afschot) of strikte bescherming (zonder afschot) kan ik als jurist moeilijk beoordelen. Dat is aan de politiek en de ecologen. Bij het opstellen van de Habitatrichtlijn is voor een aantal landen m– waar de wolf het al goed deed – afgesproken dat daar een flexibel regime geldt.

Waar de wolf kwetsbaar was, ging in principe een strikt regime gelden, en dat gebeurt ook als wolven terugkeren van weggeweest. Ik vermoed overigens dat men destijds bij het opstellen van de Habitatrichtlijn niet bewust heeft stilgestaan bij een mogelijke terugkeer van de wolf in een klein en dichtbevolkt land als Nederland.

Nationaal?

Of het begrip “gunstige staat van instand houding” nationaal of internationaal geïnterpreteerd moet worden? Dat is de million dollar question. Die vraag ligt momenteel bij het Hof van Justitie in Luxemburg. Op het antwoord moeten we dus nog even wachten. Enerzijds zal het hof niet het onmogelijke verwachten van een lidstaat, anderzijds gaat het Hof niet accepteren dat het ene land weigert om de wolf ruimte te geven omdat er in een ander land al genoeg zijn. Als het een nationaal criterium blijkt heeft Nederland een probleem. Volgens ecologen kunnen in ons land namelijk zo’n veertig roedels leven. Maar voor een gunstige staat van instandhouding heb je het over minimaal 250 volwassen wolven. Alleen al daarom moet er een grensoverschrijdende aanpak komen. Ideaal zou zijn als landen die samen een wolvenpopulatie delen om de tafel gaan zitten en gezamenlijk een plan maken.

Voor Nederland zou dat gaan om de ‘Centraal-Europese laaglandpopulatie’, die de wolven in Duitsland en West-Polen betreft , en tegenwoordig ook Denemarken en de Benelux. In dat plan wordt vastgelegd hoe een gunstige staat voor de populatie als geheel wordt bereikt, en een redelijke verdeelsleutel opgesteld. Zo kun je inspelen op de verschillende situaties in de betrokken landen. Als op die grensoverschrijdende schaal de gunstige staat van instandhouding dan niet in gevaar komt, zouden individuele (kleine) lidstaten wellicht niet langer de plicht hebben dat niveau zelf te bereiken.

Er ontstaat dan ook meer flexibiliteit voor beheer met het geweer dan in de huidige situatie, waarin de ruimte voor uitzonderingen op de strikte bescherming afhangt van hun effect op de
nationale populatie.

Arie Trouwborst: ‘In een gebied met een gezonde populatie is meer mogelijk dan waar dat niet het geval is’.

Flexibiliteit

Of de huidige beschermde status van de wolf een tijdbom onder het maatschappelijk draagvlak vormt? Het beschermingsrecht is vooral een instrument om de co-existentie van mens en dier vorm te geven. En als de regels – in dit geval de beschermde status van de wolf – door bepaalde sectoren als hinderlijk ervaren worden, dan is dat deels simpelweg een signaal dat de wetgeving doet waarvoor zij bedoeld is, namelijk het bestaansrecht van medeschepselen waarborgen. Wel zou het recht idealiter de ontwikkeling van de populatie moeten volgen: wanneer de staat van instandhouding eenmaal zeer gunstig is, zou strikte bescherming vervangen kunnen worden door een soepeler regime met ruimte voor populatiebeheer.

Deze flexibiliteit komt in de praktijk echter niet van de grond vanwege procedurele struikelblokken. Er is bijvoorbeeld instemming van de Europese Commissie voor nodig. Hier ligt wat mij betreft wel een verbeterpunt.

Interpretatie

Ondanks de EU-Habitatrichtlijn is er in de verschillende EU-landen inderdaad sprake van uiteenlopend wolvenbeleid, van strikte bescherming tot populatiebeheer. Dat is deels mogelijk omdat de Europees-rechtelijke status van wolven verschilt van land tot land, maar ook omdat lidstaten binnen de grenzen van de Habitatrichtlijn nog best wat beleidsruimte over hebben. De Habitatrichtlijn staat bijvoorbeeld uitzonderingen toe op de strikte bescherming, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan en de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar komt. In een gebied met een gezonde populatie is dus meer mogelijk, dan waar dat niet het geval is.

Bovendien leiden onduidelijkheden over de juiste interpretatie van het recht ook tot verschillen in de praktijk. Zonering is bijvoorbeeld een omstreden optie. In lidstaten waar strikte bescherming voor wolven geldt kan het zonder meer bestempelen van bepaalde gebieden als ‘no-go areas’ of ‘wolf-free zones’ moeilijk door de juridische beugel. Het is vaste rechtspraak dat beschermde dieren zelf de meest geschikte gebieden mogen uitkiezen.

Je ziet nu dat Frankrijk de regels omzeilt in gebieden waar traditionele, extensieve schapenhouderij wordt bedreven. Men spreekt daar niet van wolvenvrije zones, maar stelt gewoon dat er geen andere optie mogelijk is dan afschot van wolven die de schapen bedreigen. Het zogenaamde alternatieven-vereiste, waaraan altijd voldaan moet worden voordat afschot van strikte beschermde dieren mag plaatsvinden, wordt zo bij voorbaat voor een heel gebied afgevinkt. Het resultaat: een grotendeels wolvenvrije zone, ook al mag het niet zo heten.

Westerse arrogantie

Een ander voorbeeld is Spanje. Toen de Habitatrichtlijn werd beklonken zat er een grote wolvenpopulatie ten noorden van de rivier de Duero. In het zuiden, aan de andere kant van de rivier zat een kwakkelende populatie. Bij de totstandkoming van de Habitatrichtlijn werd de rivier de grens tussen strikt beschermen in het zuiden en flexibel beschermen in het noorden. In het noorden, waar wolvenjacht plaatsvindt, is de populatie blijven groeien.

Ondanks de strikte bescherming in het zuiden is de wolvenpopulatie daar nu echter praktisch uitgestorven. De reden: illegaal afschot. Falend toezicht, kun je zeggen, maar misschien was het achteraf ook beter geweest om ook hier enig legaal afschot toe te staan. In hoeverre afschot mag worden toegestaan om het draagvlak voor wolven te vergroten, is nog een open vraag, die hopelijk binnenkort door het Europese Hof wordt beantwoord.

Deze hele discussie legt trouwens nog een ander dilemma bloot. Veel Europeanen willen graag dat leeuwen en olifanten blijven voortbestaan in landen als Tanzania en Zimbabwe, ondanks de prijs die de arme bevolking daar voor betaalt. Om dan tegelijkertijd te vinden dat er in Nederland eigenlijk geen plaats is voor de wolf, hoe noem je zoiets: Westerse arrogantie?’

*Deze tekst verscheen in De Jager van september 2019. Deze tekst maakt onderdeel uit van de serie ‘Voor de wolven’. Na 130 jaar afwezigheid heeft de wolf weer zijn intrek genomen in ons land. De reacties op zijn komst variëren: waar sommigen de wolf als kroon op de vaderlandse biodiversiteit beschouwen, zien anderen hem liever weer vertrekken. In een serie geven telkens experts of belanghebbenden hun visie op de wolf naar aanleiding van een stelling. Dit is de laatste in de reeks van acht.

  • Delen:

Meer informatie


Gerelateerd nieuws


Gerelateerde items