Site Logo

Fazant

Fazanten zijn kleurrijke hoenderachtigen die in Nederland voorkomen als standvogel en zich het liefst ophouden in gevarieerde, vochtige landschappen. Ze leven in groepen, broeden op de grond en vragen om zorgvuldig beheer vanwege afnemende aantallen door predatie en veranderingen in het leefgebied.

Herkomst en uiterlijk van de fazant

Fazanten zijn hoenderachtigen die in West-Europa werden geïntroduceerd door de Romeinen aan het begin van onze jaartelling. De mannetjes (hanen) zijn kleurrijk, terwijl de vrouwtjes (hennen) een lichtbruine schutkleur hebben, waardoor ze tijdens het broeden nauwelijks opvallen.

De in Nederland voorkomende fazanten zijn voornamelijk mengvormen tussen verschillende ondersoorten, afkomstig uit gebieden die zich uitstrekken van de Kaukasus via China tot in Japan. Er zijn hanen met een zwarte hals en een witte halsring. Aan de achterzijde van de kop heeft de haan twee pluimen en aan zijn poten sporen – klein bij jonge hanen, groot bij oudere.

Afmetingen en gewicht

De hanen zijn ongeveer 80 cm lang, inclusief een staart van 45 cm bestaande uit achttien pennen. Hennen zijn kleiner, ongeveer 60 cm lang, met een staart van circa 25 cm. De vleugels zijn kort en rond, zo’n 25 cm lang. Een haan weegt gemiddeld 1400 gram, een hen ongeveer 1200 gram.

Gedrag tijdens de baltstijd

In de baltstijd kunnen hanen heftig met elkaar vechten. De naakte huid van kop en hals zwelt op en vormt felrode hanenkammen, lellen en zogenoemde “rozen”.

Leefgebied en voorkeuren

Fazanten komen in uiteenlopende gebieden voor, maar geven de voorkeur aan vochtige biotopen met structuurvariatie zoals:

  • Slootkanten en greppels
  • Rietkragen
  • Gronddepots
  • Houtwallen en singels

Hoewel ze ook in bossen voorkomen, hebben ze een voorkeur voor parklandschappen met veel struweel. Begroeide akkers in agrarische gebieden zijn ook geschikt.

Dagelijkse activiteiten en gedrag

Fazanten zijn overdag actief. Ze roesten (slapen) in groepen, bij voorkeur in bomen of struiken. Als dat niet mogelijk is, zoeken ze beschutting op de grond. Ze zijn echte loopvogels, die liever rennen dan vliegen. Maar als ze eenmaal vliegen, doen ze dat verrassend goed.

Groepsvorming en territorium

Fazanten leven meestal in groepen. In de winter zijn dat groepen van drie à vier hanen met meerdere hennen. In de paartijd heeft iedere haan een eigen baltsplaats met enkele hennen. Rivalen worden dan niet geduld. Fazanten zijn goed hoorbaar in het veld door hun schorre kreet, waarmee het territorium wordt aangegeven. Het baltsen begint meestal in februari of maart, afhankelijk van het weer, en vindt vooral ’s ochtends vroeg of in de late namiddag plaats.

Voortplanting en broedperiode

De hen maakt haar nest op de grond in hoog gras of ruige begroeiing. Hierin legt ze 8 tot 12 olijfgroene eieren. De kuikens zijn nestvlieders en eten in de eerste weken voornamelijk insecten. Langdurig regenachtig weer tijdens deze periode is nadelig voor hun overlevingskansen. Na 2 à 3 maanden zijn ze zelfstandig en na een jaar geslachtsrijp.

Broedgegevens

  • Paartijd: februari – maart
  • Broedtijd: april – juli
  • Aantal legsels: 1, vervanglegsel mogelijk
  • Aantal eieren: 8 – 12, olijfbruin tot blauwgrijs
  • Broedduur: 23 – 24 dagen (broedt vanaf laatste ei)

Voedsel en impact op landbouw

Fazanten eten een breed scala aan voedsel: planten, zaden, bessen, wormen, slakken, kikkers, hagedissen en insecten. In de winter en het vroege voorjaar is voedsel schaars. De kuikens foerageren in het begin voornamelijk op insecten. Fazanten kunnen enigszins schadelijk zijn voor de landbouw door het eten van zaaizaden en het aanpikken van gewassen, zoals in de bollenteelt. In droge tijden kunnen sappige kiemplanten beschadigd raken.

Jacht en beheer

De fazant is een geliefde jachtvogel. Zorgvuldig beheer is noodzakelijk voor behoud van de soort. De jacht is meestal kleinschalig en gericht op duurzame benutting, waarbij hennen vaak worden ontzien. Maatregelen zoals aanleg van wildakkers, beheer van roofdieren en voorkomen van maaiverliezen helpen de populatie. Deze inspanningen hebben ook een positief effect op andere akkervogels zoals de patrijs, kwartel en veldleeuwerik.

Wetgeving en populatieontwikkeling

Sinds 1995 is het uitzetten van fazanten verboden. Sindsdien worden ook minder fazanten geschoten.

De jacht op de fazantenhaan is geopend van 15 oktober tot en met 31 januari. De jacht op de hen is toegestaan van 15 oktober tot en met 31 december. Fazanten komen als standvogel voor in heel Nederland, met de hoogste dichtheden in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant.

Volgens Sovon waren er in de periode 2013 – 2015 naar schatting tussen de 21.000 en 26.000 broedparen in Nederland. Sinds 1980 is het aantal fazanten afgenomen, door een verslechtering van het leefgebied, schaalvergroting in de landbouw, verkeer en toenemende predatie. De toekomst van de fazant hangt sterk af van de kwaliteit van het leefgebied en beheersmaatregelen tegen predatoren.

Jaarlijks worden naar schatting 210.000 tot 260.000 kuikens geboren.

Bronnen

  • SJN (2020). Cursusboek Jacht en Faunabeheer
  • SOVON, 2019. Atlas van de Nederlandse broedvogels