Rapport Federaal Agentschap België over AVP-risico’s
Wetenschappelijk comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (Sneladvies 16-2018)
Na de introductie van het Afrikaanse varkenspestvirus (AVP-virus) in de wilde fauna (everzwijnen) in de provincie Luxemburg, werd het Wetenschappelijk Comité verzocht een sneladvies uit te brengen over:
- het risico van geografische verspreiding bij wilde dieren (everzwijnen);
- het risico van introductie en verspreiding van het AVP-virus in Belgische varkensbedrijven;
- de evaluatie van de doeltreffendheid van de maatregelen die zijn getroffen om het risico van verspreiding van het AVP virus bij in het wild levende dieren en de verspreiding daarvan naar varkensbedrijven te voorkomen.
Methode
Deze risico-beoordeling werd uitgevoerd op basis van de bestaande Belgische en Europese wetgeving, recente adviezen van EFSA over de situatie van Afrikaanse varkenspest (AVP) in de Oost-Europese landen, expert opinie en beschikbare gegevens in de wetenschappelijke literatuur.
Resultaten en conclusie
Het Wetenschappelijk Comité schat het risico van verdere verspreiding van het AVP-virus in de Belgische wilde fauna (everzwijnen), zelfs met de controlemaatregelen die zijn ingesteld, als zeer hoog in. Het risico van introductie op varkensbedrijven is momenteel beperkter en wordt als laag ingeschat, behalve voor varkensbedrijven met buitenuitloop gelegen in een besmette regio of in regio’s waar everzwijnen aanwezig zijn, evenals voor varkensbedrijven met een lager niveau van bioveiligheid.
Het risico voor verdere verspreiding tussen varkensbedrijven vanuit een eventuele haard, wordt als laag ingeschat. De huidige beheersmaatregelen voor het controleren van de verspreiding van het AVP-virus in de wilde fauna en de preventieve maatregelen die voorgesteld zijn om de introductie en de verspreiding van het virus naar de Belgische varkensbedrijven te vermijden worden door het Wetenschappelijk Comité adequaat bevonden.
Aanbevelingen
Voor wat betreft de wilde fauna, beveelt het Wetenschappelijk Comité preventieve en controlemaatregelen aan die tot doel hebben om de passieve bewaking te intensifiëren (actief opzoeken van kadavers van everzwijnen), de momenteel geïnfecteerde populatie te isoleren, de everzwijnpopulatie in België significant te reduceren, de bioveiligheid te behouden en te verbeteren en tot slot de verdere verspreiding van het virus bij everzwijnen in te schatten door de ontwikkeling van modelleringstools.
Voor wat betreft de varkenssector, onderstreept het Wetenschappelijk Comité de noodzaak van een regelmatige evaluatie van de bioveiligheid van varkensbedrijven om het niveau van bioveiligheid te behouden of waar nodig te verbeteren. Verder wordt de ontwikkeling van een op risico gebaseerde bewaking op bedrijven met een verhoogd risico en het ophokken van varkens met buitenbeloop in geïnfecteerde gebieden of in gebieden met een sterke densiteit aan everzwijnen aanbevolen. Tenslotte worden er aanbevelingen geformuleerd met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek en een aantal onzekerheden, vooral in verband met de eventuele rol van insecten als mechanische vectoren en het eventuele risico van diervoeder dat geproduceerd wordt in geïnfecteerde regio’s.
Hier vindt u het volledige rapport
www.afsca.be/wetenschappelijkcomite