06:33
20:41
Nachtmodus
Foto: Erik de Jonge

Eilandbewoners, Haringvreter herbergt uitdijende populatie damwild – De Nederlandse Jager 6, 2014

Haringvreters noemden de vissers en boeren de zeehonden die vroeger massaal verbleven op het gelijknamige eiland in het Veerse Meer. Tegenwoordig vind je er bijna geen zeehonden meer, maar wel een gestaag uitdijende populatie damherten. De beesten zwemmen, op zoek naar eten en territorium, zelfs het water over naar het vasteland. Naar Zuid- en Noord-Beveland en Walcheren. Omwonenden vrezen eenzelfde situatie als in de Amsterdamse Waterleidingduinen en verwijten de eigenaar van het eiland (Staatsbosbeheer) laks optreden. Het is vijf voor twaalf op de Haringvreter.

Tekst: Oswin Schneeweisz
Foto’s: Erik de Jonge

Deze winter hebben de dieren geluk. De kale bomen van het bosgebiedje in het midden van het eiland hebben weinig voedsel te bieden en de grasmat ziet er behoorlijk kaalgevreten uit, maar dankzij de extreem zachte winter valt er nog wel wat te grazen. Op de weidegebieden aan de randen van het eiland staan de bewoners zich dan ook massaal tegoed te doen. De zon is zojuist doorgebroken en vanuit de helikopter van Ton Prince hebben we goed zicht op de populatie. Na een paar rondes over het eiland gevlogen te hebben tellen we er 120. En dat is wat wij tellen! Jagers en boeren uit de omgeving schatten het aantal al op bijna tweehonderd stuks. En dat op een eiland van zo’n tachtig hectare.

Wissels

Als een langgerekte gestolde druppel ligt het eiland in het Veerse Meer: ten zuiden van Noord-Beveland en ten noorden van Walcheren en Zuid-Beveland. Duidelijk zichtbaar is de strook met kale eiken en dennen. Hier en daar zijn van bovenaf de wissels goed zichtbaar: de paden die de herten gebruiken om het bos in en uit te trekken. Meer dan twintig hectare groot zal dit bosgebied echter niet zijn. Daaromheen ligt een strook gras van 45 hectare en dan is er zand en water.

De Haringvreter is een van de weinige eilanden in het Veerse Meer die op natuurlijke wijze zijn ontstaan, na het afsluiten van het Veerse Gat in 1961. Het ligt slechts op driehonderd meter van de kust van Noord-Beveland. Aan deze kant vinden ook de meeste zwempartijen richting vasteland plaats. Naar Zuid-Beveland moeten de herten wel twee kilometer overbruggen, maar ook daar zijn al zwembewegingen gesignaleerd. Eenmaal aan vaste wal gekomen trekken ze verder op zoek naar nieuw territorium, langs de kust richting het schiereiland Walcheren.

Op Walcheren en Zuid-Beveland mag, mits nodig afschot plaatsvinden, maar op het eiland zelf en Noord-Beveland is dat niet toegestaan. Het is een bizarre situatie. Zeker in de zomer wanneer duizenden toeristen en watersporters aanmeren bij de Haringvreter en de damherten soms zelfs uit de hand eten. Een rondje Google levert tientallen filmpjes op van enthousiaste watersporters die de vele herten op het eiland wel weten te waarderen. Dat er allerminst sprake is van een natuurlijke situatie is iets dat maar weinigen zich realiseren.

Fokwild

Een eindje verder op het volgende eiland woont boer Johan Remijnse. Hij pacht al jarenlang de gronden aan het Veerse Meer en heeft nog wat grond op het eiland voor zijn paarden. Zevenentachtig jaar oud is hij inmiddels, maar hij kan zich nog goed herinneren hoe de dammen daar ooit terecht zijn gekomen. Hij bracht ze er namelijk zelf naar toe! Remijnse: ‘In de jaren tachtig wilde ik onderzoeken of er een markt was voor hertenvlees. Ik had een stuk of tien dammen die, met toestemming van de Domeinen, de toenmalige beheerder, keurig in afgerasterd gebied op het eiland leefden.

De Domeinen wilde niet dat ze in het bos kwamen in verband met vraatschade, dus vandaar dat ik ze moest inrasteren. Maar al snel bleek dat er bijna geen handel in zat en dat de beesten werden geplaagd door leverbot en longworm. Ik besloot ermee te stoppen. Het grootste deel is destijds afgemaakt, maar een stuk of vijf exemplaren zijn waarschijnlijk ontsnapt. Toen het eiland overging naar Staatsbosbeheer zijn die gebleven. SBB vond die paar dammetjes wel leuk voor de toeristen en heeft het maar zo gelaten.’

De Haringvreter

Hoofdpijndossier

Maar inmiddels is het vijf voor twaalf. Het eiland begint behoorlijk vol te raken in verhouding tot de afmeting en het voedselaanbod en dus zal Staatsbosbeheer op zeker moment moeten gaan ingrijpen. Lo Polvliet is geboren en getogen Zeeuw. Ook hij kent de eilanden als zijn broekzak. Zijn opa jaagde hier al, net als zijn vader. ‘Ze zijn bij Staatsbosbeheer al jaren aan het steggelen over wat er nou met die dammen moet gebeuren. Het begint zo ondertussen een hoofdpijndossier te worden. Als je het mij vraagt zitten ze er behoorlijk mee in hun maag. Er moet natuurlijk gewoon afschot plaats vinden, maar dat wil men als het puntje bij paaltje komt dan toch uiteindelijk weer niet. En zo sleept deze situatie zich al jarenlang voort zonder dat er iets gebeurt en ondertussen wordt de populatie en dus ook het probleem alleen maar groter en dringender.’

Duivels dilemma

De insteek van de provincie is altijd geweest dat de beheerder – Staatsbosbeheer dus – verantwoordelijk is. ‘De dammen dienen op het eiland te blijven. Als ze dat niet doen zullen we Staatsbosbeheer daarop aanspreken’, zegt René Steijn, beleidsmedewerker natuur en landschap bij de provincie Zeeland. Maar de dammen zwemmen al naar de overkant. Remijnse heeft al zeker zestien zwembewegingen gesignaleerd. Dus dat station is feitelijk gepasseerd.

Steijn: ‘We hebben geen meldingen van schade en hooguit een enkele aanrijding met een damhert. Dus vooralsnog lijkt er weinig aan de hand. Wij hebben overigens wel een ontheffing verleend voor afschot in Noord-Beveland, maar die is door de rechter vernietigd. De rechter vond dat we niet aannemelijk konden maken dat de dammen op het vasteland afkomstig waren van de Haringvreter. Ze zouden immers evengoed uit Walcheren afkomstig kunnen zijn. Bovendien vond de rechter het niet nodig om een ontheffing te verlenen omdat het te weinig voorkomt. Het zijn vooralsnog enkele gevallen die op het vasteland zijn gesignaleerd.’

De haringvreter lijkt een duivels dilemma voor Staatsbosbeheer, want de dammen moeten formeel op het eiland blijven maar afschot is verboden. Als je de dammen al op het eiland weet te houden gaat het een keer mis. ‘We zijn bezig met de herziening van het Faunabeheerplan en daar wordt de situatie op de Haringvreter nadrukkelijk in meegenomen’, stelt Cees de Lange, districtshoofd Zeeland van Staatsbosbeheer. ‘Uitgangspunt van Staatsbosbeheer is dat we geen hertenkampje willen. De dammen moeten de status van wilde dieren krijgen en daar hoort dan bij dat je gaat beheren. Vangen en afvoeren is geen optie. Daar veroorzaak je teveel stress mee. Er zal dus, waarschijnlijk in de maanden januari en februari, voorzichtig afschot plaats moeten vinden. Dat is de meest diervriendelijke manier.’

Damherten

Zwemverkeer

Qua omvang past het eiland niet bij een natuurlijke populatie damherten. De Lange: ‘Voor een natuurlijk leefgebied zou je zeker over 5000 hectare moeten beschikken. Ik denk echter dat op dit eiland zo’n 100 a 150 dammen goed kunnen leven. Wil je het risico op overzwemmen verminderen dan moet je naar een maximum van tachtig dammen toe. Ik vind het te vroeg om te zeggen of er teveel of te weinig dammen zitten, dat moeten de ecologen maar berekenen.

Dat er in de nabije toekomst echter gehandeld moet worden staat buiten kijf, want de populatie wordt snel groter.’ Uitgaande van een huidige populatie van circa 140 dieren zal met een aanwas van 30 procent (en dat is een laag percentage) de populatie volgend jaar op minimaal 182 dieren komen. Het zwemverkeer tussen Noord-Beveland en Walcheren zal ten gevolge van die populatiedruk drastisch toenemen.

Discussie

Op het Veerse Meer liggen de jachthavens er nog stilletjes bij. Het geluid van klapperende kabels tegen de masten vult de lucht. Dat zal weldra anders zijn. Dan zullen de toeristen en watersporters zich weer op het water begeven en aanmeren bij de Haringvreter. Het is een opmerkelijk spanningsveld. Enerzijds ijvert een organisatie als Staatsbosbeheer voor ‘zo natuurlijk mogelijke systemen’ en anderzijds eten de dammen hier in de zomer uit de hand van de toeristen.

De Lange: ‘De Haringvreter is niet de enige plek in Nederland waar dammen op onnatuurlijke wijze terecht zijn gekomen en overal zie je dezelfde discussie ontstaan. Wat doen we met dit soort uitgezette dieren? Het blijft een ingewikkeld dilemma. Een hertenkampje met een hek eromheen vinden wij in elk geval geen optie. Dan laten we de dieren liever uitsterven.’

  • Delen:

Meer informatie


Gerelateerd nieuws