Een luchtbuks kan niet op de “jachtakte” worden vermeld. Het is namelijk geen geoorloofd middel voor jacht, beheer en schadebestrijding. De provincie kan middels een ontheffing een uitzondering hierop maken in die situaties dat een vuurwapen of andere middelen niet gebruikt kunnen worden. Het aanvragen van een ontheffing wordt gedaan via de Faunabeheereenheid van de provincie.
Een luchtbuks mag alleen gebruikt worden voor het schieten op kaarten op bijvoorbeeld schietbanen. Een luchtbuks mag ook binnenshuis gebruikt worden voor het schieten op kaarten, waarbij het belangrijk is voldoende veiligheidsmaatregelen te nemen. Het is onverstandig een luchtbuks buitenshuis te gebruiken als men ook over een “jachtakte” beschikt. Immers klachten over het gebruik van een luchtbuks kan leiden tot het intrekken van de “jachtakte”!
Mag een luchtbuks worden gebruikt om te jagen?
Contact met onze leden-helpdesk
Is uw vraag voldoende beantwoord? U kunt het bureau van de Jagersvereniging altijd bellen of mailen voor meer informatie. De Jagersvereniging aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook, ontstaan door het gebruik van de gepresenteerde informatie.
Gerelateerde vragen
Mag een jager het geweer van een andere jager gebruiken? Hoe werkt dat?
Het is in Nederland in principe niet toegestaan om een wapen te hanteren (vast te houden) dat niet op de eigen jachtakte staat. Er zijn echter situaties waarin het wenselijk is dat gebruik wordt gemaakt van wapens die op de naam van iemand anders zijn geregistreerd. Zo’n geval doet zich bijvoorbeeld voor wanneer zoon of dochter gaat studeren en in een studentenhuis gaat wonen. Het verdiend dan vaak de voorkeur om het wapen veilig bij de jagende ouders thuis op te slaan. Wanneer er voldoende wordt geoefend, door beide gebruikers kan het ook een oplossing zijn om bijvoorbeeld samen te doen met één kogelbuks voor het afschot van grofwild.
De overheid staat het medegebruik van wapens toe, mits aan enkele strikte voorwaarden wordt voldaan. De Circulaire Wapens en Munitie vermeld daarover het volgende:
8.4. Gemeenschappelijk gebruik van wapens
Het is niet ongebruikelijk dat verlof- of jachtaktehouders gemeenschappelijk gebruik willen maken van één of meerdere vuurwapen(s). Tegen het gemeenschappelijk gebruik van vuurwapens is geen bezwaar wanneer dit het toezicht en de controle op de naleving van wapenwettelijke voorschriften niet in gevaar brengt.
Daarom moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
Slechts één verlof- c.q. jachtaktehouder (A) is bevoegd het wapen thuis te bewaren (voorhanden te hebben). Dit houdt in dat de andere verlof- c.q. jachtaktehouder (B) die het wapen op zijn verlof respectievelijk jachtakte vermeld heeft staan, het wapen – alvorens hij dit gaat gebruiken voor het doel waarvoor hem een verlof respectievelijk een jachtakte is verleend – eerst bij A moet ophalen om het na gebruik terstond weer bij A terug te brengen;
De verschillende verloven c.q. jachtakten moeten ten aanzien van het gemeenschappelijk wapen onderling naar elkaar verwijzen en moeten aangeven wie van de verlof- c.q. jachtaktehouders bevoegd is het wapen thuis te bewaren;
Een wapen dat vermeld staat op twee verloven of jachtakten telt bij de A-houder (dit is dus degene die het wapen voorhanden heeft op het moment dat het wapen niet gebruikt wordt voor de beoefening van de schietsport of de uitoefening van de jacht door de B-houder) mee voor het maximum aantal wapens dat hij of zij (op grond van artikel 43 van de RWM) voorhanden mag hebben. Bij de B-houder (dit is dus degene die het wapen leent van de A-houder en na gebruik terstond weer bij A terug brengt) telt het wapen niet mee voor de bepaling van het maximum aantal wapens dat hij of zij voorhanden mag hebben. Het aantal wapens dat met gebruikmaking van deze constructie op een verlof c.q. jachtakte mag worden vermeld bedraagt maximaal 10 voor een verlof en maximaal 12 vuurwapens voor een jachtakte.
In het kort betekent dit dat een wapen door een ander gebruikt mag worden, mits dat op de akte is vermeld. Het wapen mag echter alleen opgeslagen worden bij de A-houder. De medegebruiker (B) mag het wapen voor de jacht bij de A-houder ophalen en moet het terstond na de jacht weer bij de A-houder terugbrengen. De B-houder mag het wapen dus nooit in huis bewaren (ook niet in de kluis!)!!!
Bron: 101 vragen over jagen, vraag 4.02 Medegebruik wapen (uitgave Jagersvereniging en ministerie van LNV, 2007)
Op welke plaatsen mag een jager zijn geweer gebruiken en hoe dient hij deze te vervoeren?
Vervoer vuurwapen
Tijdens het vervoer dienen wapen en munitie zodanig te zijn ingepakt dat deze niet voor onmiddellijk gebruik kunnen worden aangewend. Bij voorkeur dient het wapen in een geweerfoedraal gedaan te worden en afsloten in de kofferbak. Het wapen dient ontladen en ontspannen te zijn en in een eventueel aanwezige patroonhouder mogen zich geen patronen vinden. Het vervoer van vuurwapens is beperkt tot het vervoeren tussen de woning en plaatsen waar de houder van de “jachtakte” bevoegd is tot jagen (jachtveld), of plaatsen waar hij uit anderen hoofde bevoegd is de vuurwapens te gebruiken (schietbaan), de erkende wapenhandelaar of (na daaraan voorafgaand verzoek of toestemming van de zijde van de politie) naar het bureau van politie, langs de weg binnen het tijdsbestek welke daar redelijkerwijze voor zijn geboden. Het wapen en de munitie worden niet onbeheerd in een middel achtergelaten. Een bruikleenwapen dient op de dag van gebruik door de lener bij de eigenaar te worden opgehaald en direct na gebruik dezelfde dag te worden teruggebracht voor opslag bij de hoofdhouder.
Dragen vuurwapen
Onder het dragen van een vuurwapen verstaat men dat het wapen gereed is voor onmiddellijk gebruik. Het wapen is dan niet meer ingepakt. Het is de houder van een “jachtakte” verboden een geweer te dragen op gronden waarop hij niet tot het gebruik van een geweer is bevoegd. Binnen een jachtveld mag een wapen gebruiksgereed worden vervoerd. Dit kan daarmee ook in een auto zijn.
Hoeveel jachtwapens mag een jager maximaal in zijn bezit hebben?
Houders van een jachtakte mogen in principe ten hoogste zes jachtwapens als hoofdhouder voorhanden hebben. De vijfjarige overgangstermijn om zeven of meer wapens voorhanden te hebben is in 2001 vervallen. Als je echter de noodzaak voor elk der wapens kunt aantonen dan is vermelding van meer wapens op de akte mogelijk.
Naast het feit dat een jachthouder zelf 6 wapens voorhanden mag hebben als zijnde hoofdhouder, mag deze jager ook maximaal 6 wapens als medegebruik op akte hebben. Een medegebruiker mag deze wapens niet zelf in de kluis bewaren maar dient een dergelijk wapen op de dag van jagen op te halen en ook weer op dezelfde terug te brengen.
Artikel 43, lid 2 en artikel 56 Regeling Wapens en Munitie
Bron: 101 vragen over jagen, vraag 4.12 Aantal wapens op jachtakte (uitgave Jagersvereniging en ministerie van LNV, 2007)
Mag een “jachtaktehouder” Brenneke patronen of slugs in bezit hebben en gebruiken?
Regelmatig doet de vraag zich voor of een “jachtaktehouder” de zogenaamde Brenneke patronen of ‘slugs’ voorhanden mag hebben en gebruiken.
Daarvoor zijn de volgende punten van belang:
In de CWM 2019 is in artikel B 2.5.2. bepaald dat een verlofhouder/jachtaktehouder die munitie voorhanden mag hebben ‘die bestemd is om met het desbetreffende wapen te worden verschoten’. Het desbetreffende wapen zijnde het wapen dat op het verlof/”jachtakte” is vermeld;
In de artikelen 11.79 en 11.80 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is aangegeven met welke munitie op welke soorten mag worden gejaagd;
Een Brenneke patroon is een kogelpatroon die afgeschoten wordt in een wapen met gladde lopen (hagelgeweer).
De Wet natuurbescherming staat toe dat “jachtaktehouders” hagelgeweren mogen gebruiken in kalibers van ten minste 24 en ten hoogste 12. En de CWM geeft aan dat “jachtaktehouders” patronen voorhanden mogen hebben die passen bij de op de “akte” vermelde geweren, in dit geval hagelgeweren in de kalibers 24 t/m 12.
In het kader van de schadebestrijding en beheer van populaties, geven de provincies ontheffingen voor het doden van bepaalde diersoorten. In deze ontheffingen worden ook de toegestane middelen benoemd. Zo zijn er verschillende provincies die bepalen dat bij het doden van bepaalde soorten naast hagelpatronen ook kogelpatronen mogen worden gebruikt.
Uit bovenstaande toelichting mag worden geconcludeerd dat “jachtaktehouders” niet alleen Brenneke patronen voorhanden mogen hebben voor de jacht in het buitenland, maar deze patronen ook mogen gebruiken in Nederland in het kader van beheer en schadebestrijding, wanneer de provincie dit aangeeft.
Overigens kennen deze patronen een aantal ballistische beperkingen (o.a. precisie op afstanden groter dan 50 meter), waardoor het gebruik er van niet grootschalig zal zijn.