U heeft geen “jachtakte” nodig voor jagen met enkel fret en buidel.
Artikel 11.71 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Bron: 101 vragen over jagen, vraag 5.07 Jagen met fret en buidels (uitgave Jagersvereniging en ministerie van LNV, 2007)
Is uw vraag voldoende beantwoord? U kunt het bureau van de Jagersvereniging altijd bellen of mailen voor meer informatie. De Jagersvereniging aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook, ontstaan door het gebruik van de gepresenteerde informatie.
U heeft geen “jachtakte” nodig voor jagen met enkel fret en buidel.
Artikel 11.71 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Bron: 101 vragen over jagen, vraag 5.07 Jagen met fret en buidels (uitgave Jagersvereniging en ministerie van LNV, 2007)
In artikel 11.79 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is vermeld:
Het is in Nederland in principe niet toegestaan om een wapen te hanteren (vast te houden) dat niet op de eigen jachtakte staat. Er zijn echter situaties waarin het wenselijk is dat gebruik wordt gemaakt van wapens die op de naam van iemand anders zijn geregistreerd. Zo’n geval doet zich bijvoorbeeld voor wanneer zoon of dochter gaat studeren en in een studentenhuis gaat wonen. Het verdient dan vaak de voorkeur om het wapen veilig bij de jagende ouders thuis op te slaan. Wanneer er voldoende wordt geoefend, door beide gebruikers kan het ook een oplossing zijn om bijvoorbeeld samen te doen met één kogelbuks voor het afschot van grofwild.
De overheid staat het medegebruik van wapens toe, mits aan enkele strikte voorwaarden wordt voldaan. De Circulaire Wapens en Munitie vermeldt daarover het volgende:
8.4. Gemeenschappelijk gebruik van wapens
Het is niet ongebruikelijk dat verlof- of jachtaktehouders gemeenschappelijk gebruik willen maken van één of meerdere vuurwapen(s). Tegen het gemeenschappelijk gebruik van vuurwapens is geen bezwaar wanneer dit het toezicht en de controle op de naleving van wapenwettelijke voorschriften niet in gevaar brengt.
Daarom moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
Slechts één verlof- c.q. jachtaktehouder (A) is bevoegd het wapen thuis te bewaren (voorhanden te hebben). Dit houdt in dat de andere verlof- c.q. jachtaktehouder (B) die het wapen op zijn verlof respectievelijk jachtakte vermeld heeft staan, het wapen – alvorens hij dit gaat gebruiken voor het doel waarvoor hem een verlof respectievelijk een jachtakte is verleend – eerst bij A moet ophalen om het na gebruik terstond weer bij A terug te brengen;
De verschillende verloven c.q. jachtakten moeten ten aanzien van het gemeenschappelijk wapen onderling naar elkaar verwijzen en moeten aangeven wie van de verlof- c.q. jachtaktehouders bevoegd is het wapen thuis te bewaren;
Een wapen dat vermeld staat op twee verloven of jachtakten telt bij de A-houder (dit is dus degene die het wapen voorhanden heeft op het moment dat het wapen niet gebruikt wordt voor de beoefening van de schietsport of de uitoefening van de jacht door de B-houder) mee voor het maximum aantal wapens dat hij of zij (op grond van artikel 43 van de RWM) voorhanden mag hebben. Bij de B-houder (dit is dus degene die het wapen leent van de A-houder en na gebruik terstond weer bij A terug brengt) telt het wapen niet mee voor de bepaling van het maximum aantal wapens dat hij of zij voorhanden mag hebben. Het aantal wapens dat met gebruikmaking van deze constructie op een verlof c.q. jachtakte mag worden vermeld bedraagt maximaal 10 voor een verlof en maximaal 12 vuurwapens voor een jachtakte.
In het kort betekent dit dat een wapen door een ander gebruikt mag worden, mits dat op de akte is vermeld. Het wapen mag echter alleen opgeslagen worden bij de A-houder. De medegebruiker (B) mag het wapen voor de jacht bij de A-houder ophalen en moet het terstond na de jacht weer bij de A-houder terugbrengen. De B-houder mag het wapen dus nooit in huis bewaren (ook niet in de kluis!)!!!
Bron: 101 vragen over jagen, vraag 4.02 Medegebruik wapen (uitgave Jagersvereniging en ministerie van LNV, 2007)
Lees verderHouders van een jachtakte mogen in principe ten hoogste zes jachtwapens als hoofdhouder voorhanden hebben. De vijfjarige overgangstermijn om zeven of meer wapens voorhanden te hebben is in 2001 vervallen. Als je echter de noodzaak voor elk der wapens kunt aantonen dan is vermelding van meer wapens op de akte mogelijk.
Naast het feit dat een jachthouder zelf 6 wapens voorhanden mag hebben als zijnde hoofdhouder, mag deze jager ook maximaal 6 wapens als medegebruik op akte hebben. Een medegebruiker mag deze wapens niet zelf in de kluis bewaren maar dient een dergelijk wapen op de dag van jagen op te halen en ook weer op dezelfde terug te brengen.
Artikel 43, lid 2 en artikel 56 Regeling Wapens en Munitie
Bron: 101 vragen over jagen, vraag 4.12 Aantal wapens op jachtakte (uitgave Jagersvereniging en ministerie van LNV, 2007)
Lees verderBezitters van een “jachtakte” mogen de op de akte vermelde wapens en de bijbehorende munitie voorhanden hebben. In de Circulaire wapens en munitie is bepaald dat houders van een “jachtakte” waarop een hagelgeweer is vermeld ook de bijbehorende (categorie III) lood- en zinkhagelmunitie (zonder extra aantekening) voorhanden mogen hebben (bijvoorbeeld ter uitoefening van de jacht of de beoefening van de schietsport in het buitenland).
Let echter wel op de volgende beperkingen:
Het gebruik van lood- en zinkhagel is niet toegestaan bij het schieten op kleiduiven in Nederland (Besluit kleiduivenschieten Wet milieugevaarlijke stoffen 1))
Op grond van artikel 11.79 lid 6 sub a Bal is het voorhanden hebben en het gebruik van loodhagel niet toegestaan bij de uitoefening van de jacht, beheer- en/of schadebestrijding.
Op grond van deze bepaling is het toegestaan om loodhagel thuis voorhanden te hebben en te vervoeren naar de jacht (of de schietbaan) in het buitenland. Loodhagel is in Nederland echter niet toegestaan in het veld en op de schietbaan. Zinkhagel mag men voorhanden hebben thuis en in het veld, maar niet op de schietbaan.
1) Het opzettelijk in strijd handelen met het Besluit kleiduivenschieten Wms is op grond van artikel 1a juncto artikel 2 van de Wet op de Economische Delicten (WED) aangemerkt als een ‘misdrijf’ en kan derhalve leiden tot intrekking van het verlof of de “jachtakte”.
Artikel 11.79 lid 6 sub a Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Lees verder