Site Logo

Edelhert

Het edelhert is een groot, sociaal levend zoogdier dat voorkomt in Nederlandse natuurgebieden zoals de Veluwe en de Oostvaardersplassen. Het dier leeft vooral in bosrijke omgevingen, is actief tijdens de schemering en wordt beheerd via populatiebeheer om ecologische en maatschappelijke doelen te bereiken.

Naamgeving

Edelhert (Cervus elaphus). E: Red deer, D: Rothirsch, F: Cerf Rouge

Uiterlijk

Schouderhoogte hert: 105–125 cm. Hinde: 90–110 cm.
Gewicht hert: 95–160 (max. 200) kg. Hinde: 55–80 kg.

Biotoop

Het edelhert leeft in uitgestrekte, open bosgebieden en heeft een voorkeur voor rivierdalen met ooibossen. Daarnaast komen ze voor in verschillende bostypen, vaak afgewisseld met landbouwgebieden.

Leefwijze

Edelherten zijn vooral actief tijdens de schemering. Ze leven het grootste deel van het jaar in sociale groepen: hinderoedels (hindes met jongen tot twee jaar oud) of aparte groepen met alleen herten. Binnen hinderoedels bestaat een duidelijke rangorde. Zeer oude herten leven meestal solitair.

Voortplanting

Bronsttijd: eind september tot half oktober
Draagtijd: 32 tot 35 weken
Aantal worpen: 1 per jaar
Worpgrootte: 1 kalf

 

Voedsel

Het dieet van het edelhert bestaat uit gras, bosbes, heide, dwergstruiken, boombast, bladeren van bomen en struiken, en eikels. In de winter eten ze ook bast en naalden van naaldbomen, twijgen en knoppen.

Voorkomen

Edelherten komen in Nederland voor op de Veluwe, in de Oostvaardersplassen en in het Weerterbos.

Bejaging

Op de Veluwe wordt populatiebeheer toegepast. Voor elk terrein wordt een gewenste voorjaarsstand nagestreefd, onderbouwd in het faunabeheerplan van de FBE Veluwe.

In 1992 zijn 48 edelherten geïntroduceerd in de Oostvaardersplassen. Sinds december 2010 wordt daar vroeg-reactief beheer toegepast. Als een dier in slechte conditie verkeert en naar verwachting de winter niet zal overleven, wordt het afgeschoten. Daarbij wordt gekeken naar beschutting, voedsel en weersomstandigheden.

Op de Veluwe wordt gestreefd naar een voorjaarsstand die is afgestemd op het maatschappelijk draagvlak. Tot 2000 lag deze onder de 1000 stuks, daarna werden lokaal grotere aantallen nagestreefd, vooral in gebieden met natuur als hoofdfunctie.

In 2007 en 2008 was de gewenste voorjaarsstand voor de Veluwe als geheel circa 1500 edelherten. De daadwerkelijke voorjaarsstand lag tussen de 2000 en 2100 dieren. De afgeleide zomerstand lag tussen de 2800 en 3000. Het verschil tussen deze aantallen bepaalt de grootte van het afschot.

In het seizoen 2007/08 werden op de Veluwe bijvoorbeeld 950 edelherten geschoten. Het aantal aanrijdingen met voertuigen (valwild) bedroeg dat seizoen 48 dieren.

Literatuur

  • Lange, R., Twisk, P., Van Winden, A. & Van Diepenbeek, A. (2003). Zoogdieren van West-Europa. 2e druk. Utrecht, KNNV Uitgeverij.
  • Montizaan, M.G.E. & Siebenga, S. (2010). WBE-Databank – populatie- en afschotcijfers. Nieuwsbrief 8. Amersfoort, Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging.
  • Spek, G.J., Vereniging Wildbeheer Veluwe (persoonlijke mededeling).
  • Staatsbosbeheer. Beschikbaar op www.staatsbosbeheer.nl (bezocht op 17-5-2011).