Site Logo

Jagers zorgen voor meer biodiversiteit

Overal in Nederland zetten jagers zich in om het leefgebied van dieren te verbeteren. Ze zaaien akkerranden in, knotten wilgen, plaatsen eendenkorven en leggen poelen aan. Met deze biotoopverbetering helpen ze niet alleen het wild, maar versterken ze ook het landschap, de biodiversiteit en het evenwicht tussen landbouw en natuur. Vaak gebeurt dit in samenwerking met boeren, terreinbeheerders en lokale natuurorganisaties.

Een betere biotoop begint dichtbij

Veel jagers beginnen klein. Een bloemrijke akkerrand, een houtwal of een stuk struweel kan al een groot verschil maken. Akkerranden bieden voedsel en dekking aan patrijzen, hazen en talloze insecten. Heggen en houtwallen zorgen voor nestplaatsen en schuilplekken. Door vruchtdragende struiken te planten, zoals meidoorn, hondsroos en lijsterbes, ontstaat een aantrekkelijk leefgebied voor zangvogels en kleine zoogdieren. Zulke initiatieven groeien vaak uit tot grotere projecten, waarin verschillende landschapselementen met elkaar worden verbonden.

Gele kwikstaart op het fluitekruid

Kleine landschapselementen met grote waarde

Biotoopverbetering richt zich vaak op het herstel van kleine landschapselementen die door schaalvergroting in het agrarisch landschap zijn verdwenen. Denk aan knipscheerheggen, houtwallen, geriefbosjes of poelen. Ze vormen een netwerk van leefgebieden waarin dieren voedsel, water en beschutting vinden. Een geriefbosje met soorten als wilg, els en vuilboom biedt nestgelegenheid voor houtduiven, merels en uilen, terwijl knotwilgen insecten aantrekken en tegelijk hout leveren voor onderhoudswerk. Ook een eenvoudige poel in een laagte trekt libellen, amfibieën en vogels aan.

Akkerranden en wildakkers

In veel jachtvelden worden bloemrijke akkerranden ingezaaid met inheemse soorten. De bloeiende kruiden trekken insecten aan, die weer voedsel vormen voor kuikens van patrijzen en fazanten. In de winter leveren de zaden voedsel aan vogels. Zo ontstaat een natuurlijke kringloop die bijdraagt aan de biodiversiteit in het agrarisch gebied. Door goed overleg met boeren kunnen deze randen op een praktische manier worden ingepast, zonder verlies van opbrengst of hinder voor het landgebruik.

Reebok in een wildakker

Eendenkorven en nestbescherming

Langs sloten en plassen plaatsen jagers eendenkorven of hooigaasrollen op het water. Daarin kunnen wilde eenden veilig broeden, beschermd tegen roofdieren. De constructies worden stevig bevestigd en op luw gelegen plekken geplaatst, zodat de nesten goed beschut zijn. Dit verhoogt de kans op succesvolle broedsels aanzienlijk. Naast eenden profiteren ook andere watervogels van deze maatregelen, doordat er meer rust en dekking ontstaat langs oevers.

Jagers plaatsen broedkorven voor de wilde eend (Foto door Anoeska Verweij)

Knotten en onderhoud

Onderhoud is een belangrijk onderdeel van biotoopverbetering. Door wilgen periodiek te knotten en houtwallen te snoeien, blijft de structuur laag en dicht, wat dekking biedt aan wild en broedvogels. Snoeihout kan worden gebruikt voor takkenrillen, waarmee opnieuw schuilplaatsen ontstaan voor kleine zoogdieren en insecten. Zo gaat niets verloren en blijft het landschap levend en gevarieerd.

Samenwerking in het veld

Veel jagers werken samen met agrariërs, terreinbeheerders en vrijwilligersgroepen. In het project ‘Jagers in het groen’ zijn inmiddels tientallen biotoopmaatregelen in kaart gebracht, van aanleg van poelen tot bescherming van nesten. Door kennis te delen en met elkaar op te trekken, ontstaat een lerend netwerk dat zichtbaar resultaat boekt. Steeds meer WBE’s nemen biotoopbeheer op in hun jaarplannen, waardoor het structureel onderdeel wordt van het faunabeheer.

Jonge haas in een bloemrijke akkerrand (Foto door Robert-Jan Asselbergs)

Een mooier en gezonder landschap

De inzet van jagers voor biotoopverbetering is niet alleen goed voor het wild, maar voor de hele natuur. Meer insecten betekenen meer vogels, meer dekking zorgt voor gezondere populaties, en een gevarieerder landschap vergroot de biodiversiteit. Het is werk dat vaak onzichtbaar gebeurt, maar dat het verschil maakt tussen een kaal veld en een levendig landschap vol zangvogels, vlinders en wild.

Doe mee aan biotoopverbetering

Iedereen kan bijdragen. Door samen te werken met de lokale wildbeheereenheid, grond beschikbaar te stellen voor akkerranden of te helpen bij knotdagen en onderhoudswerk. Met elke ingezaaide rand, geplante heg of geplaatste broedkorf groeit het netwerk van leefgebieden dat Nederland groener en gevarieerder maakt.