A: Nestbescherming
- Dat is afhankelijk van het type werkzaamheden of het type landbouwhuisdier, de soort weidevogel en de fase van het leg- en broedproces. zie ook Veldgids Bescherming van weidevogels op grasland en bouwland. Kievit, grutto, tureluur, scholekster, wulp, wilde eend, krakeend en kuifeend accepteren het plaatsen van nestbeschermers redelijk goed, zeker als de eieren al enige tijd bebroed zijn. Nesten van slobeend en zomertaling kunnen indien mogelijk het beste pas gezocht en beschermd worden als de vogels al aan het broeden begonnen zijn. Vinden in de legperiode leidt vaak tot verlaten van het nest. Zangvogels zoals veldleeuwerik en graspieper zijn ook vrij tolerant voor het vinden en beschermen van nesten.
- Op grasland
- Rollen en slepen: opletten en er omheen werken/rijden
- Emissiearme mestaanwending: afdekken met nestbeschermer (model Duitse helm)
- Weiden: afhankelijk veedichtheid en type vee; nestbeschermer plaatsen of afrasteren met paal en schrikdraad (alleen bij melkvee dat aan schrikdraad is gewend, niet bij rantsoenbeweiding, stripgrazen en pure grazing); bij schapen met lammeren speciale nestbeschermers; geen nestbeschermers plaatsen bij paarden
- Maaien: uitstellen van maaien of deel van het perceel niet maaien of eromheen maaien (en dan wel minimaal 50m2 laten staan)
- Schudden, wiersen/rikken en ophalen van gemaaid gras: eromheen werken en zorgen dat er geen gras op de eieren komt te liggen.
- Op bouwland (vooral alle nesten in mandjes of op schotels plaatsen)
- Bemesten: uitstellen van werkzaamheden of tijdelijk verleggen en terugzetten
- Ploegen: uitstellen van werkzaamheden of tijdelijk verleggen en terugzetten
- Eggen: uitstellen van werkzaamheden of tijdelijk verleggen en terugzetten
- Inzaaien/poten: uitstellen van werkzaamheden of tijdelijk verleggen en terugzetten
- Oogsten: (grauwe kiekendief vooraf uitrasteren en) omheen werken
B: Kuikenbescherming
- Kuikenbescherming vooral door realiseren van een veilig en insectenrijk opgroeibiotoop. Bij kievit, tureluur en scholekster kan dat bestaan uit lage, en soms ook deels structuurrijke vegetatie in combinatie met greppel plasdras, laat gemaaide, dan wel voorbeweide, dan wel extensief beweide vegetaties. Voor grutto en wulp bestaat dat vooral uit structuurrijk, kruidenrijk en insectenrijk niet gemaaid gras. Voor eendensoorten gaat het om de aanwezigheid van voldoende en voldoende brede sloten met een hoog slootpeil en rijke niet gemaaide oevervegetatie. Voor zangvogels gaat het om laat gemaaide kruidenrijke percelen met voldoende lange rustperiode tussen eerste en tweede keer maaien om een tweede broedsel mogelijk te maken of bouwlandpercelen met voldoende rust en insecten in het broedseizoen.
- Indien er toch gemaaid gaat worden op percelen met kuikens kunnen er het beste er 24 uur van tevoren stokken met plastic zak worden geplaatst (circa 4 per ha). Daarmee worden de vogels zo verstoord dat ze hun kuikens naar een ander perceel leiden. Dan moet er wel ander niet gemaaid en voor kuikens geschikt perceel in de buurt aanwezig zijn. Bij het maaien kan het beste van binnen naar buiten worden gemaaid. Indien dat niet wenselijk of mogelijk is, kan het beste worden begonnen aan de kant zover mogelijk bij de kuikens vandaan. Goed blijven opletten tijdens het maaien is sowieso noodzakelijk. Gebruik van een akoestische wildredder is aanbevelenswaardig. Gebruik van een drone vlak voor het maaien kan een extra hulpmiddel zijn om te controleren of er nog vogels met nesten of kuikens of andere dieren aanwezig zijn op het perceel.
Dit antwoord kwam tot stand in samenwerking met LandschappenNL, het samenwerkingsverband van alle provinciale Landschappen en provinciale stichtingen Landschapsbeheer. LandschappenNL richt zich op het ondersteunen van alle vrijwilligersgroepen die zich met weidevogels bezig houden, binnen maar ook buiten weidevogelkerngebieden. Het gaat om immers om behoud van biodiversiteit in en betrokkenheid van burgers bij die biodiversiteit (en landschap) in zo breed mogelijke zin.
Verder lezen kan op de website van LandschappenNL, dossier boerenland- en weidevogels.