Jaarlijks worden er duizenden in het wild levende grote zoogdieren doodgereden. Dit zijn voornamelijk reeën, edelherten, damherten en wilde zwijnen. Na een aanrijding roept de meldkamer van de politie in veel gevallen een jager op. Deze jager is vaak aangesteld in het kader van een valwildregeling, waarin afspraken zijn gemaakt over het opsporen van gewonde dieren. Deze regelingen zijn er echter niet landsdekkend.
Wat moet u doen bij het aanrijden van wild?
- bel direct de politie 0900 8844
- bel ook de politie als het dier niet blijft liggen
- probeer zo goed mogelijk de locatie door te geven
- wacht de komst van de politie en/of de jager (rustig) af.
Wat moet u beslist niet doen?
- rij niet door.
- ga nooit achter het dier aan
Hoe kunt u aanrijding voorkomen?
- houd u aan de adviessnelheid, voornamelijk in de schemerperiode en ‘s nachts wanneer het wild het actiefst is. Maar ook overdag kunt u wild tegenkomen
- let op de wildsignaleringsborden!
- houd uw hond aan de lijn! Ook loslopende honden kunnen de oorzaak zijn van aanrijdingen, doordat zij het wild opjagen.
Onder voorwaarden is het toegestaan om dode aangereden dieren mee te nemen. In artikel 11.101 Besluit activiteiten leefomgeving staat dat aan iedereen vrijstelling wordt verleend voor het onder zich hebben van dieren*, maar uitsluitend als het betreffende dier kennelijk in het wild is gestorven buiten schuld of medeweten van degene die zich het dier heeft toegeëigend. Dus als u een doodgereden ree langs de openbare weg vindt, mag u dat op grond van deze bepaling meenemen. Mag dat ook als u zelf het ree heeft doodgereden? Uit de toelichting bij de Regeling volgt dat dit is toegestaan zolang u het dier niet opzettelijk heeft gedood. Als u zich aan de geldende snelheidsbepaling op een bepaalde weg houdt en er steekt onverhoopt een ree over, dan kan u niet verweten worden dat u dat ree opzettelijk heeft aangereden. In dat geval is de vrijstelling voor u toepasbaar en mag u het dode dier meenemen. In het kader van een adequate valwildregistratie is het vanzelfsprekend wenselijk dat u bij de politie melding maakt van het valwild.
Let op als het een aanrijding betreft met een ree, edelhert, damhert of wild zwijn en het dier is niet dood. Een gewond of ziek dier mag men uitsluitend onder zich hebben als voor vervoer melding is gemaakt bij de meldkamer van de politie en voor zover dat vervoer gebeurt door een door de politie aangewezen vervoerder. Verder geldt deze vrijstelling niet voor dode vogels. In de wet Natuurbescherming staat dat het verboden is om een vogel onder zich te hebben dat wordt genoemd onder de Vogelrichtlijn. Hierop bestaan twee uitzonderingen. Men mag de dode vogel in zijn bezit hebben als deze legaal verkregen is (via jacht, beheer of schadebestrijding) of als men de dood gevonden vogel – zolang men geen verwijtbare schuld heeft aan de dood van het dier – binnen drie dagen aflevert bij een preparateur.
* genoemd in bijlage 1, behorende bij artikel 11.101 van het Besluit activiteiten leefomgeving: boommarter, bunzing, damhert, edelhert, haas, hermelijn, konijn, ree, steenmarter, vos, wezel en wild zwijn.