Het jachtrecht is geen afzonderlijk zakelijk recht, maar een van de eigendom afhankelijk (accessoir) recht. Het kan niet afgescheiden worden van de eigendom van de grond.
Wat echter wel kan is dat verkopende partij in koopcontract laat opnemen dat de kopende partij verplicht is om aan de verkopende partij een jachthuurovereenkomst(en) aan te bieden. Op grond van deze jachthuurovereenkomst kan verkopende partij dan jagen. Afhankelijk van hoe een notaris een en ander heeft opgenomen in een koopcontract kan door middel van een kettingbeding ook aan rechtsopvolgers van de kopende partij deze verplichting tot het aanbieden van een jachthuurovereenkomst(en) overgaan.
Van belang is derhalve na te gaan wat er exact in het koopcontract staat ten aanzien van de jacht.
Hieronder volgt een aantal bepalingen die bezien in hun samenhang als “kettingbeding” kunnen worden gehanteerd en bij gehele of gedeeltelijke vervreemding van onroerend goed kan worden gebruikt.
Deze bepalingen vormen een handreiking; bijna altijd dient maatwerk door de notaris geleverd te worden:
– Verkoper bedingt hierbij van de koper dat de koper zich jegens verkoper verplicht om na afloop van iedere periode waarvoor voormeld jachtrecht is gehuurd, een overeenkomst van verhuur en huur ter zake van het jachtrecht op het verkochte te sluiten, voor de wettelijk vastgestelde periode met de wildbeheereenheid van het gebied, waarin het verkochte is gelegen.
– Koper erkent bij deze dat hij bekend is met het belang dat verkoper hecht aan voortzetting van het door verkoper uitgeoefende jachtrecht voor een zo lang mogelijke periode en verklaart hierbij er mee akkoord te gaan het bedoelde jachtrecht voor een zo lang mogelijke periode in overeenstemming met de wens van de verkoper te zullen verhuren.
– Voorts verplicht de koper zich hierbij jegens de verkoper om na afloop van de lopende huurovereenkomst en zo vervolgens na afloop van elke volgende huurovereenkomst bindend advies te vragen aan de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (verder te noemen Jagersvereniging) met betrekking tot de vraag aan welke WBE het jachtrecht dient te worden verhuurd en tegen welke prijs, zulks op verbeurte van een boete groot vijfentwintigduizend Euro
(€ 25.000,-) per jaar dat deze verplichting niet wordt nageleefd.
– Koper verplicht zich verder opvolgende kopers aan de boven geformuleerde bedingen te zullen houden, eveneens bij niet naleving op verbeurte van een boete groot vijfentwintigduizend Euro (€ 25.000,-).