06:37
20:38
Nachtmodus

Wasbeerhond

Uiterlijk

De wasbeerhond (Nyctereutes procyonoides) ook wel marterhond genoemd is een roofdier uit de familie der hondachtigen. Van oorsprong komt hij voor in Oost-Azië. Tegenwoordig leven er ook verwilderde exemplaren in Europa. Hij is in het Europese deel van Rusland ingevoerd vanwege zijn pels, ontsnapt en vandaaruit verwilderd. In de oostelijke helft van Nederland zijn vanaf 1986 diverse vondsten van verkeersslachtoffers en waarnemingen bekend.

Van neus tot staartpunt is de wasbeerhond ongeveer 105 cm lang, de staart meet tot 22 cm. De geslachten zijn gemiddeld even groot en wegen 5-9 kg; aan het begin van de winter zijn ze het zwaarst. Wasbeerhonden hebben korte poten en een gedrongen lichaam. De ruige pels is grijsachtig met donkere tonen, de staart is dik, grijsachtig en ongeringd. Buik en poten zijn donker gekleurd. De kop is breed met een donker gezichtsmasker, omzoomd door opvallende bakkebaarden.

Een eerste indruk van de wasbeerhond kan aanleiding geven tot verwarring met das en wasbeer. De wasbeerhond dankt zijn naam aan een opvallende gelijkenis met de gewone wasbeer.

Biotoop en leefgebied

Wasbeerhonden hebben een voorkeur voor bossen en bosachtige biotopen, liefst met een dichte ondergroei en waterrijke zones. In kleinschalige cultuurlandschappen voelen ze zich ook thuis.

Leefwijze, gedrag en voortplanting

Wasbeerhonden zijn voornamelijk in de schemering en ’s nachts actief, soms ook overdag, maar ze blijven dan meestal in dichte vegetatie. Ze zijn monogaam en blijven doorgaans dicht bij elkaar. In een gunstige biotoop is het leefgebied of territorium tussen de 100-800 ha. Wasbeerhonden zijn geen echte gravers en maken graag gebruik van dassen- of vossenholen. Bij gebrek aan holen worden jongen ook wel geworpen in bovengrondse legers.

De paartijd valt in het vroege voorjaar (februari-maart). De jongen worden geboren in april-mei. De geboorte vindt meestal plaats in een (ondergronds) hol, in moerasgebieden ook in zelfgemaakte rietnesten. De worpen kunnen enorm groot zijn (tot 20 stuks!), maar bestaan gemiddeld uit 5-7 jongen. Het mannetje assisteert het vrouwtje tijdens de opgroeiperiode van de jongen. De sterfte onder de eerstejaarsdieren is groot, vooral in voedselarmere regio’s. De maximale levensduur bedraagt 7-8 jaar.

Loopsporen
De loop is zigzaggend. De voetafdrukken lijken sterk op die van een hond, maar bij de voorvoet staan de 4 tenen wat meer gestraald rond het middenvoetskussen. De wasbeerhond heeft geen sterk gesnoerd spoor zoals een vos of hond. Een vossenspoor loopt vrij recht, terwijl een Wasbeerhondenspoor een zigzaggend verloop laat zien met kortere passen. De nagels zijn vrij stomp en drukken altijd af. De voetbreedte is 40 tot 50 mm, de vorm is vrij rond.

Pootafdrukken van de wasbeerhond zijn iets kleiner dan die van een vos. Het onderscheid met pootafdrukken van een kleine hond is nauwelijks te maken. Pootafdrukken lijken op die van andere hondachtigen. Alleen de afdrukken van de voorvoeten zijn van hond te onderscheiden, de achtervoeten niet. De prent van een Vos is wat langgerekter, minder rond, en met aan de voorvoet minder gespreide tenen.

Tot nog toe zijn de beste aanwijzingen voor aanwezigheid zichtwaarnemingen en vondsten van verkeersslachtoffers. Net als bij Wasberen, zijn Wasbeerhonden in staat om zich na ontsnappen uit gevangenschap aan veel biotopen aan te passen.

Voedsel

Het voedsel wordt vooral in de overgangszone tussen land en water (oevers, moerasgebied) gezocht. Het bestaat uit een breed gamma aan kleine dieren (zowel ongewervelden als gewervelden, vooral knaagdieren en amfibieën) en plantaardige kost (wortelstokken, bessen, noten). In het najaar wordt een grote vetreserve aangelegd zodat de winter deels in winterrust doorgebracht kan worden. Ook wordt in die periode veel aas gegeten.

Herkomst en introductieroute Europa

In de periode 1928 – 1957 zijn 9100 wasbeerhonden, vooral afkomstig uit de pelsdierfokkerij, uitgezet op meer dan 70 plekken in de voormalige USSR om de fauna te verrijken met een waardevol pelsdier. Van daaruit verspreidde het dier zich op natuurlijke wijze. In 2015 waren er nog diverse pelsdierbedrijven in Finland en Polen. De wasbeerhond is ook verkocht als huisdier, waardoor er een kans is op ontsnapping of uitzetting.

Aanwezigheid in de EU
De wasbeerhond heeft zich al gevestigd in Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slowakije, Tsjechië en Zweden. De wasbeerhond is ook waargenomen in Oostenrijk en Italië. In Nederland komt de wasbeerhond met name voor in de grensstreek met Duitsland

Aanwezigheid in Nederland
In Nederland is de wasbeerhond een nieuwe soort. Er is een langzame populatie groei te zien. Verwacht wordt dat de wasbeerhond zich steeds verder over het land zal verspreiden.

Op de site Waarneming.nl zijn in de periode 2019-2020 11 goedgekeurde waarnemingen gemeld.
In FRS werden in 2019 vier dood gevonden wasbeerhonden gemeld door aanrijding. Waaronder uit Flevoland een zogend vrouwelijk exemplaar.
In 2020 werden tot september 7 wasbeerhonden gemeld. Dood door aanrijding of landbouwwerkzaamheden. Meldingen kwamen uit Limburg, Groningen, Friesland, Flevoland en Overijssel

Wet- en regelgeving

De wasbeerhond staat sinds 2019 op de EU-lijst met invasieve exoten. Een soort die op deze lijst staat, mag o.a. niet meer worden verhandeld en gehouden. Verder geldt voor lidstaten de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen, te verwijderen, of als dat niet lukt, zodanig te beheren dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen. De bejaging die vanaf het begin van de vestiging in Duitsland heeft plaatsgevonden, heeft daar niet geleid tot een merkbare vertraging van de kolonisatie.
De wasbeerhond is in Nederland niet beschermd!

Problematiek:
Wasbeerhonden zijn opportunistische alleseters, die schade kunnen veroorzaken aan amfibieën, watervogelpopulaties en grondbroeders. Ze vormen voedselconcurrenten voor inheemse predatoren als Vos en Das. Het dier kan ook ziekten verspreiden als rabiës, vossenlintworm en Trichinella.

Invasieve exoot
De term ‘exoot’ of ‘uitheemse soort’ is alleen van toepassing op soorten die door de mens buiten hun normale verspreidingsgebied gebracht zijn. Een exoot is een plant, dier of ander organisme dat van nature niet in Nederland voorkomt. Als een exotensoort schadelijk is voor de natuur worden ze invasieve exoten genoemd. Sinds 2016 is er een Europees verbod op bezit, handel, kweek, transport en import van schadelijke exotische planten en dieren.

Literatuur

Risicobeoordeling voor Nederland Europese risicobeoordeling Bronnen EU-factsheet Grift E.A. van der, D.R. Lammertsma, H.A.H. Jansman & R.M.A. Wegman, 2016.

Onderzoek naar het voorkomen van de wasbeer in Nederland. Wageningen, Alterra. Lammertsma, D.R., G.W.T.A. Groot Bruinderink & S. Broekhuizen, 2008.

Wasberen (Procyon lotor L.1758) in Nederland; verspreiding, ecologie en mogelijk gevolgen voor Nederland.

Wageningen, Alterra. Nederlands soortenregister Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), 2017. Zoönotische pathogenen bij de wasbeerhond en wasbeer in Nederland. RIVM Briefrapport 2017-0200.

NDFF Verspreidingsatlas Zoogdieren

Een soortenbeschrijving verscheen in De Jager # 2 - 2022