06:45
18:46
Nachtmodus

Een winterse hazenjacht

Hazendrijfjacht

Het jachtseizoen voor het haas (jagers spreken altijd van het haas) is geopend van 15 oktober t/m 31 december. Het haas is een algemene wildsoort in Nederland, die in sommige regio’s in hoge dichtheden voorkomt, vooral in de veenweidegebieden van Midden- en West-Nederland. Er zijn ook regio’s in Nederland waar de hazenpopulatie onder druk staat. Dat komt omdat hazen gevoelig zijn voor predatie en de manier waarop boeren hun land bewerken. Als het aantal hazen in het jachtveld het toelaat, wordt het haas bejaagd vanuit het oogpunt van benutting. Hazenrug en hazenpeper worden in herfst en winter graag en veel gegeten. In boomgaarden en bij de teelt van bepaalde vollegrondsgroenten speelt ook schadepreventie een rol bij de bejaging.

Hoe gaan we te werk?

Bij het bejagen op hazen zijn twee zaken belangrijk, het wild de kans geven om buiten bereik van de geweren weg te komen en tegelijkertijd de jager de kans geven om de hazen op een correcte manier te kunnen schieten. Door met de bejagingsstrategie een balans tussen deze twee aspecten te vinden, zorgen we ervoor dat de hazenpopulatie op peil blijft, terwijl dierenleed wordt voorkomen. De jachtleider of jagermeester is hierbij belangrijk, hij weet wat er leeft in het jachtveld en stopt de jacht zodra het oogstbare deel van de hazenpopulatie is geschoten. Vanwege de leefwijze van het haas, het dier verstopt zich in de dekking of door zich te drukken in het weiland, bejagen we het haas voornamelijk door middel van de drijfjacht.  

Drijfjacht

Bij een drijfjacht spelen de drijvers en de jagers elk hun rol: de jagers posten op daarvoor speciaal uitgekozen  plekken, terwijl de drijvers door de dekking gaan om het wild in beweging te brengen. Deze dekking kan  ook een open weiland zijn. Als de drijvers zich in een linie in beweging zetten, komt het wild in de benen.  Een deel zal weten te ontsnappen, terwijl een ander deel langs een jager loopt. Het wild dat naar de jager toekomt geeft hem een optimale kans om een goed schot te plaatsen. De jagermeester zorgt er met de opzet van de jachtdag voor dat er niet meer hazen geschoten worden dan dat zijn afschotplan toelaat. Zodat de hazenstand op een constant niveau blijft en voor het volgende jaar weer een succesvol jachtseizoen gegarandeerd is.