Vanaf 1970 zijn de aantallen broedende wilde eenden in Nederland toegenomen, en na 1990 weer afgenomen tot de aantallen van 1970. Die afname van broedende wilde eenden nemen wordt alleen in Nederland waargenomen, elders in Europa nemen de aantallen juist licht toe. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat de neerwaartse trend vooral veroorzaakt wordt door een enorm verlies aan eieren en pullen, en dat bejaging geen noemenswaardig effect heeft op de populatie.
De wet verplicht jagers te zorgen voor diersoorten die in hun veld voorkomen. Daarom vlechten en plaatsen jagers van oudsher broedkorven voor de wilde eend. Hiermee beschermen ze de eend en de eieren tijdens de broedperiode tegen bijvoorbeeld predatoren en hevige weersomstandigheden.